De ‘Groene Loper’ komt eraan, maar eerst graven naar de historie van Sint Pancras

Graafmachine met CAT-logo graaft een greppel terwijl arbeiders in oranje veiligheidshesjes en helmen toezicht houden, met huizen en groen in de achtergrond op een bewolkte dag.

Wapens, botten, aardewerk, of resten van een huisje misschien. Archeologen hopen altijd mooie dingen te vinden tijdens hun werk. Zo ook aan de noordrand van Sint Pancras waar het landschap een ‘ecologische upgrade’ zal ondergaan. Donderdag werden de laatste proefsleuven gegraven om te kijken wat er in de grond zit.

Aan de noordzijde van Sint Pancras moet een groene en waterrijke strook natuur komen, die het Park van Luna en het Geestmerambacht met elkaar verbindt. Voorafgaand wordt archeologisch onderzoek gedaan. De aankondiging via sociale media leverde aardig wat negatieve reacties op. Mensen vinden het geldverspilling, en ‘wie wordt er gespekt’? Deels lijken ze niks met archeologie lijken te hebben, deels verwachten ze door de grondverkaveling niks meer.

“Dat is toch best wel jammer”, zegt Miranda Zonneveld van het recreatieschap over de negativiteit. “We zijn verplicht om dit onderzoek te doen, en omdat het onderzoek onderdeel is van de natuurontwikkeling, het Natuurnetwerk Nederland, vallen de kosten in principe onder provinciale subsidies.” (tekst gaat verder onder de foto)

Een man en een vrouw staan buiten voor een bouwplaats met een sloot op de achtergrond. Er liggen hopen aarde en gras om hen heen en blauwe lucht met wolken erboven.
Miranda Zonneveld van het recreatieschap is zelf ook wel nieuwsgierig. Aannemer Jack de Bruin moet haar teleurstellen. (foto: Streekstad Centraal)

En het onderzoek is verplicht, juist omdat het deels gaat om een ‘archeologisch waardevolle zone’. “Hier is de Slag bij Vrone geweest, dus West-Friezen vochten hier tegen de Hollanders”, legt Zonneveld uit. Dat was in 1297. “Ergens in Sint Pancras in een tuin werden skeletten gevonden die met een zwaard gekliefd waren en opeen andere plek is een massagraf gevonden.”

“Ja, en daarnaast liggen Sint-Pancras en Broek op Langedijk op een strandwal, op oudere duinen”, vult aannemer Jack de Bruin aan. “Dat zijn hoger gelegen plekken in dit vroeger natte gebied. Daar vestigden mensen zich op. We staan hier op de rand van de strandwal naar nat gebied.”

Vooraf archeologisch onderzoek doen kan een hoop kosten en vertraging schelen, legt De Bruin uit. “Doe je dit niet aan de voorkant en kom je wat tegen, dan ben je verplicht om het te melden. Nou en vanaf dan moet echt íedere schep die de grond in gaat worden begeleid door een archeoloog. En dan gaat het laagje voor laagje.” (tekst gaat verder onder de foto)

Drie archeologen in oranje veiligheidsvesten en witte helmen werken op een opgravingslocatie in een grasveld. Een man houdt een GPS-apparaat vast, terwijl een andere man een schep vasthoudt. De vrouw kijkt naar een bord met de tekst 'DIJD-25'. Er liggen hopen aarde om hen heen.
Geen voorwerpen, wél een dikke veenlaag in de hoek van één van de proefsleuven, die de moeite van het vastleggen waard is. In het midden Vincent Kock. (foto: Streekstad Centraal)

De locaties voor de proefsleuven zijn bepaald aan de hand van kaarten en bodemonderzoek, inclusief boringen tot vier meter diep. Niet alleen met het oog op geologie en archeologie, ook op grondvervuiling, legt archeoloog Vincent Cock uit. “Er gaan hier mensen aan het werk dus is de vraag of de grond schoon is. Er kunnen bestrijdingsmiddelen in de bodem zitten.”

En, zijn er dan bijzondere vondsten gedaan? Nee, dat niet. Cock is wel een beetje teleurgesteld. “Met het dorpslint daar, kan je wel verwachten dat er nog resten van bewoning van heel vroeger zijn”. Hij heeft het dan grofweg over de middeleeuwen en later. “Maar goed, ik heb onderhand wel geleerd dat je een hoop kan verwachten, zekerheid is er niet.” Ook De Bruin en Zonneveld hadden op meer gehoopt.

Wel ontstaat er meer zicht op het vroegere landschap. Proefsleuven doorkruisen soms watergangen, waaronder ook oudere, vertelt archeoloog Cock. “Je hebt verderop de Broekerveiling en het gebied er omheen was gigantisch groot. In kaarten van vóór 1980 kan je hele brede watergangen zien met smalle perceeltjes.” Zoals nu nog altijd in het Oosterdelgebied dus. (tekst gaat verder zonder de foto)

Informatiebord in een grasveld met foto's en tekst over de geschiedenis van het tuinieren in Sint Pancras, Nederland. Op de achtergrond zijn bouwvakkers en een stapel aarde te zien, afgezet met rood-wit lint.
Het gebied met langgerekte eilanden strekte ooit tot aan Sint Pancras. Nu rest alleen nog het Oosterdelgebied. (foto: Streekstad Centraal)

Als verder niks bijzonders gevonden wordt, gaan de sleuven die nog open liggen deze week nog dicht. Misschien in het derde maar waarschijnlijk het vierde kwartaal start de herinrichting van 12,5 hectare gebied.

“Er is nu eigenlijk alleen maar gras. Het hele gebied krijgt een ecologische upgrade met meer water en meer variatie in vegetatie”, zegt aannemer Jack de Bruin. “Het gras wordt meer een bloemkruidenmengsel, dat is goed voor de biodiversiteit. Er komen rietoevers, het water wordt daarvoor wat ondieper gemaakt. Er komen ook eilanden met riet”, zegt hij terwijl hij naar het bestaande meertje kijkt. “Het blijft een gebied waar mensen met honden mogen lopen dus wil iedereen het liefst broedende eenden op de eilanden. Er is ook nog ruimte voor recreatie zoals een fietspad.” De gemeente zal te zijner tijd nog een waterverbinding creëren.

“Medio volgend jaar is de basis klaar en staan ook de bruggetjes enzo”, kijkt De Bruin naar de planning. “Daarna zal alles nog moeten groeien.”

Een plattegrond met diverse groene gebieden en waterwegontwerpen, omgeven door landbouwpercelen en stedelijke bebouwing, met opvallende kronkelige waterwegen en grasvelden in vier afzonderlijke secties.
Het definitieve ontwerp van de Groene Loper tussen het Geestmerambacht en het Park van Luna (beeld: Recreatieschap Geestmerambacht)