Als kind vond ze niks fijner: lekker wegkruipen met een boek op schoot. Eenmaal groter, las Debora Molenaar voor aan haar nichtjes. Vervolgens aan haar eigen kinderen en nu aan haar gastkinderen. Dus toen ze zeven jaar geleden tijdens haar vakantie een boekenkar zag, wist ze: dat wil ik ook. Om lezen te bevorderen, maar ook om anderen tot steun te zijn.
De druppels sijpelen van de net nieuwe, donkerblauwe minibieb voor de woning van Debora en Marcel Molenaar. Randje Stad van de Zon -deze vrijdagochtend eerder Stad van de Regen- in Heerhugowaard. Woensdag bestond hun minibieb De Boekenmolen precies zeven jaar. Destijds kende Debora het concept nog niet. “Ik zag een kar met boeken tijdens onze vakantie in Noord-Laren.” En omdat Debora thuis al 27 jaar een kleinschalige kinderopvang heeft, waar ze ook veel voorleest, zag ze een mogelijkheid.
“Ik zie in mijn opvang best regelmatig ouders die het financieel moeilijk hebben. Wij hebben het zelf ook financieel moeilijk gehad in 2014, tijdens de crisis, de opvang moest toen bijna sluiten. Dus we weten hoe het is als je een inkomen moet missen.” Daarom besloot het stel zelf ook zo’n minibieb te plaatsen. Gratis boeken, voor wie dat wil. “Ik vind het enorm belangrijk dat kinderen meekrijgen wat lezen voor je kan betekenen. Met lezen creëer je je eigen fantasie.” Samen met haar man en kinderen zocht ze een kast – een kleintje nog toen – “en vanaf dat moment is het gaan draaien. Het gaat vanzelf, je hoeft er niks aan te doen.” (tekst gaat verder onder foto)
“Nou, het linkerdeurtje is een donatiekast, en we houden wel in de gaten wat erin komt”, vult Debora’s man Marcel aan. “Hele oude boeken halen we er bijvoorbeeld uit, die gaan naar een ander goed doel, zoals kringloopwinkel KOOK.” Het gaat vooral om leesboeken. En inmiddels is de boekenkast een eigen leven gaan leiden en zijn er zelfs vaste gasten.
“Hier in de buurt heb je een zorgcomplex van Esdégé-Reigersdaal”, gaat Marcel verder. “Die komen elke week langs en en hebben zelfs een voorleesgroep.” Op het bankje net naast de bieb, zitten ook regelmatig kinderen te lezen. Het stel is inmiddels dan ook aardig bekend in de buurt. Niet alleen om de bieb, maar ook door de jaarlijkse speurtochten die ze uitzetten voor buurtbewoners. “Vorig jaar deden er driehonderd mensen mee!”, zegt Marcel enthousiast. (tekst gaat verder onder foto)
Kinderopvang, minibieb, speurtochten, en ze hebben naast twee eigen kinderen ook nog drie ‘meeleefkinderen’ in huis – “pleegzorg, maar dan nét anders”, licht Marcel toe. Wat beweegt hen dit allemaal te doen? “De meerderheid van de mensen verklaart ons voor gek”, lacht Marcel. Hij is even stil. “Het heeft denk ik te maken met onze eigen opvoeding. We gaan naar de Protestantse Kerk hier en dan ben je ook veel bezig met je medemens en goede doelen.”
Debora vervolgt: “Het zit dan gewoon in je, om iets te doen voor diegene die het minder hebben. Zoiets als de minibieb is iets heel kleins, maar het werkt wel. Er staat altijd wel iemand in die kast te rommelen en die vervolgens met boeken weggaat.” En dat geeft behoorlijk veel voldoening. “We hebben ook een schriftje in de kast liggen”, zegt Marcel. “Dan zie je soms kinderen iets opschrijven. Je kan het amper lezen”, lacht hij, “maar ja, dat is gewoon geweldig.” (tekst gaat verder onder foto)
“We zeggen wel eens: bij ons kan het nooit normaal”, vertelt Marcel. “Sommige mensen hebben zó’n kastje” – hij houdt zijn handen een halve meter uit elkaar – “en wij…” Hij glimlacht. Hun nieuwe minibieb mag namelijk gerust een maxibieb genoemd worden. Hij staat er sinds anderhalve week. Het vorige kastje sloot niet meer goed. En daarnaast wilden ze graag alle bananendozen vol boeken in hun schuur óók kwijt kunnen.
Zondag 6 oktober viert het gezin het jubileum. Om het zevenjarig bestaan van de bieb, én omdat er een nieuwe kast is, én omdat Kinderboekenweek start. Iedereen is vanaf tien uur welkom om langs te komen. Er is wederom een befaamde speurtocht en er wordt – natuurlijk – voorgelezen. “Het is zo’n simpel iets”, besluit Debora, “maar als je op deze manier mensen blij kan maken, is dat heel fijn.”