Hij heeft er een paar nachten niet van kunnen slapen maar hij heeft er uiteindelijk vrede mee. Dick Klepper van van de Alkmaarse vishandel Klepper houdt er op 1 februari 2020 na 50 jaar mee op. Zijn welverdiende pensioen betekent meteen het einde van de bekende viszaak aan de Magdalenenstraat, want zijn kinderen zullen hem hem niet opvolgen. “Het is heel dubbel, aan de ene kant ben ik blij maar aan de andere kant valt er een hele hoop historie weg.”
Al op 14-jarige leeftijd kwam Dick in de vis terecht. En dat was ook niet zo vreemd aangezien hij het met de pollepel kreeg ingegoten. Het begon allemaal al in de jaren ’30. Opa ventte gerookte vis uit de rokerij in Monnickendam en ging later naar de Koningsweg in Alkmaar. Dick’s vader belandde in de vis en later ook Dick. “De leraar kwam bij ons thuis om te vertellen dat ik verder moest met wiskunde. Mijn vader zei: ‘Wiskunde? Hij moet wel z’n brood verdienen’.”
“Ik heb in de rokerij van mijn vader gewerkt maar als het erg rustig was dropte hij me bij een zuurinleggerij en dan moest ik potjes rolmopsen maken;” vertelt Dick verder. “In de nieuwe haringtijd ging ik mee op de boot om haring te kaken. Een goede leerschool. Dat heeft me gevormd tot wat ik nu ben.”
De viswinkel in de Magdalenenstraat is een begrip in Alkmaar, maar zijn kinderen zetten de familietraditie niet voort. Daar heeft Dick vrede mee. “Ik moest vroeger en ik heb altijd gezegd; mijn kinderen zullen nooit iets moeten. Ze hebben ook meegeholpen in de winkel en van alles gedaan maar het is hun ding niet. En als ze zien hoeveel uren ik maak dan begrijp ik dat wel.”
Dick gaat vooral zijn vaste klanten missen. “Het mooiste is als mensen waarderen wat je doet. Dat mensen mij vertellen dat ze zo lekker gegeten hebben. Daar doe je het uiteindelijk voor. Als een klant een keer iets slechts krijgt, wordt daar tien keer meer over gepraat dan als ze iets goeds krijgen. Aan de andere kant is het ook mooi als ik zo meteen niks meer moet. Het zijn lange dagen en het lichaam wordt wat minder. Als we nog willen genieten van het leven moeten we het nu doen”, besluit hij.