Hij is recent naar een voetbalclub geweest om uitleg te geven en eigenlijk wil hij dat wel vaker doen. Wethouder Gerard Rep van Dijk en Waard. Rep is verantwoordelijk voor het armoedebeleid en wil zoveel mogelijk mensen laten weten wat mogelijk is. “We kunnen als gemeente veel doen om te helpen, maar op de een of andere manier krijgen we nog weinig Dijk en Waarders bij de loketten.”
Het is op een doordeweekse dag als we in het gemeentehuis aan het Parelhof met Rep spreken. Sinds de fusie van Heerhugowaard en Langedijk is veel gebeurd. Het staartje van de coronacrisis, honderden Oekraïners die richting de gemeente kwamen en niet te vergeten de hoge inflatie. “Ik merk zelf ook dat veel producten duurder worden. Maar kijk bijvoorbeeld ook naar wat je op het hoogtepunt moest betalen bij de benzinepomp, daar schrik je van.”
Mensen die de financiële eindjes maar nauwelijks aan elkaar kunnen knopen of bijvoorbeeld niet duidelijk hebben hoeveel schulden ze hebben. Naar verwachting zouden honderden Dijk en Waarders te maken hebben met geldzorgen, maar er melden maandelijks slechts enkele inwoners voor ondersteuning. “Je zou daardoor kunnen zeggen dat weinig mensen hulp nodig hebben, maar daar geloof ik niet in. Er is schaamte, waardoor mensen zich niet durven te melden en ook niet uit te sluiten valt een wantrouwen richting de overheid.”
Dat is zonde, stelt de wethouder. “Neem bijvoorbeeld de DijkenwaardPas. Inwoners met een laag inkomen kunnen daarmee dan toch naar een museum, vereniging of bioscoop, maar ook de vrijwillige ouderbijdrage voor schoolgaande kinderen kan betaald worden.”
Kortom; dit en veel meer is er mogelijk voor mensen die het minder breed hebben. En dat is volgens Rep de reden dat hij aanwezig was bij de ledenvergadering van een voetbalclub. “Als mensen weten wat mogelijk is hoop ik dat de stap kleiner is. Al heb ik een iemand geholpen, dan is het al geslaagd.” De wethouder hoopt meer uitnodigingen te krijgen van mensen om te vertellen over het armoedebeleid. “En dit soort interviews in de media werkt denk ik ook goed. Armoede gaat ons allemaal aan.”