De 30-jarige Jonathan H. die vanuit zijn Alkmaarse woning in drugs handelde, is deels vrijgesproken van de aanklacht. De rechtbank in Alkmaar gaf hem een aanzienlijk lagere straf dan justitie tegen hem had geëist. Hij werd veroordeeld tot zes maanden celstraf, waarvan twee voorwaardelijk. Bovendien moet hij zich verplicht laten behandelen voor zijn drugsverslaving.
De verslaafde Alkmaarder gaf twee weken geleden voor de rechtbank een deel van de misdrijven toe. Hij moest voorkomen op verdenking van drugshandel en illegaal wapenbezit. In zijn woning vond de politie in februari bijna een kilo cocaïne, xtc-pillen, een pistool en andere wapens met munitie. Opmerkelijk genoeg gaf hij zelf toestemming voor de huiszoeking.
Toch rammelde volgens de rechtbank de bewijsvoering. Een deel van de middelen was niet in een laboratorium onderzocht, waardoor de rechtbank niet kon vaststellen of het inderdaad om verboden middelen ging. Het Openbaar Ministerie (OM) stelde tijdens de rechtszaak dat er genoeg bewijs was voor alle verdenkingen. Daarom had de officier van justitie een forse celstraf geëist van achttien maanden celstraf, die met zeven maanden mocht worden ingekort als hij zou meewerken aan een behandeling. De rechtbank gaf het Openbaar Ministerie een tik op de vingers voor een rommelig politieonderzoek.