Bezoekers van het Bunkermuseum in Egmond aan Zee kunnen komende zomer een gloednieuwe aanwinst bewonderen: een aangespoeld wrakstuk van een Britse bommenwerper uit de Tweede Wereldoorlog. Na storm Eunice spoelde het aan op het strand in Camperduin. Martijn Visser is er blij mee: “De Tweede Wereldoorlog laat zich lezen als een spannend jongensboek en nu is er weer een hoofdstuk bijgekomen.”
Britse bommenwerpers voerden in de Tweede Wereldoorlog nachtelijke luchtbombardementen uit op doelen in nazi-Duitsland. Vanaf vliegveld Bergen probeerden Duitse nachtjagers de bommenwerpers te onderscheppen en neer te halen, en dat lukte vrij vaak. Strandvonder Marco Snijders deed de opmerkelijke vondst vorige week toen hij aan het werk was. “Wij ruimen het strand iedere dag op. Na een storm spoelen altijd behoorlijk veel spullen aan”, vertelt hij. “Tijdens een storm is de kracht van het water heel sterk en woelen gezonken dingen los van de zeebodem. Waarschijnlijk is het met dat wrakstuk ook zo gegaan.”
Toen Marco het wrakstuk vond, lag het verstrikt in een vissersnet. Omdat ‘het leek op een vliegtuigvleugel’, hield de strandvonder het apart en bracht hij het naar de werkplaats. Daar bevrijdde hij het uit het net. Het nieuws over het wrakstuk kwam algauw terecht bij de dorpskrant Dorpsgenoten, waarna Martijn Visser van het Bunkermuseum Marco belde: “Hij zag toen dat het van een Britse bommenwerper is.”
Dat is best bijzonder, vertelt Martijn tegen mediapartner NH Nieuws: “Ik heb wel vaker meegemaakt dat mensen met aangespoelde stukken aluminium bij me komen, maar meestal kun je dan niet meer herleiden van welk type toestel het is.” Dankzij het typenummer op het wrakstuk kan dat dit keer wel. “We weten zeker dat het om een Engels toestel uit de Tweede Wereldoorlog gaat”, vertelt Martijn. “Op een stempel die op de binnenkant te zien is, staan de letters ‘AM’ en een kroontje.” Die letters staan voor ‘Air Ministry’. “Dat was In WOII verantwoordelijk voor het planmatig uitvoeren van luchtbombardementen.”
Een aanwijzing dat het om een bommenwerper gaat, is volgens Martijn het feit dat bij het wrakstuk een klein stukje raam te zien is. “Een klein toestel voor een persoon had geen raampjes aan de zijkant. In dit geval kon de bemanning uit het raampje kijken.” Op dit moment wordt nagegaan hoe het wrakstuk zo goed mogelijk kan worden bewaard. Daarna zal het worden tentoongesteld in het Bunkermuseum.