Marloes van Doornik, deels woonachtig in Broek in Waterland en deels in Egmond aan Zee, mag haar huisje in de Egmondse Visserstraat blijven gebruiken als tweede woning. Een dwangsom van 10.000 euro waarop de gemeente Bergen meende recht te hebben als zij toch de woning als tweede woning zou blijven gebruiken, ligt definitief in de prullenbak. Dat is een gevolg van een uitspraak in hoger beroep van de Raad van State, nadat de gemeente Bergen eerder al de rechtszaak verloor bij de bestuursrechter in Haarlem.
De Raad van State maakte woensdag in hoger beroep korte metten met de opstelling van de gemeente Bergen. De hoogste bestuursrechter in Den Haag schaart zich nu achter het oordeel van de Haarlemse bestuursrechter, die al eerder een streep door de dwangsom haalde en vond dat de familie Van Doornik in haar recht stond om de woning als tweede woning te blijven gebruiken.
De gemeente Bergen wil het gebruik van de eengezinswoning van de familie Van Doornik als tweede woning verbieden, maar de familie heeft op basis van een oud bestemmingsplan van de gemeente Egmond uit 1981 oude rechten. Dat werd steeds betwist door de gemeente Bergen, maar die krijgt nu opnieuw ongelijk van de bestuursrechters.
Bij de zitting in mei verklaarde raadsman Koos van Driel al ‘dat het zonneklaar is dat deze rechtszaak een stokpaardje is van een paar gefrustreerde gemeenteambtenaren die het niet kunnen verkroppen bij de Haarlemse rechter de kous op de kop te hebben gekregen’. Hij vond dat de gemeente Bergen amper nieuwe argumenten aandroeg die een stap naar de Raad van State rechtvaardigden. Daarom was het voor hem geen verrassing dat de zaak opnieuw zou worden gewonnen bij de Raad van State.
Wel vindt hij het jammer dat het bij de gemeente Bergen ontbreekt aan een frisse blik binnen het gemeentebestuur, waarbij ambtelijke adviezen om te blijven procederen kritisch tegen het licht worden gehouden: “Dit levert niet voor de eerste keer gezichtsverlies op voor de gemeente Bergen, en mijn eigen cliënt is erdoor nodeloos op extra kosten gejaagd. En dan heb ik het nog niet eens over de jarenlange stress die zo’n procedure geeft”.
Van Driel hoopt dat er straks een nieuw college zit dat vaker durft in te gaan tegen adviezen van ambtenaren of advocatenkantoren om door te blijven procederen: “De ambtenaren bij de BUCH lijken nog wel eens losgezongen van de werkelijkheid. Het moeilijk leesbare archaïsche taalgebruik van hun onderstreept dat gevoel. Een wethouder of burgemeester zou eens moeten weten wat voor stukken in hun naam uitgaan bij de gemeente Bergen. Ik heb de gemeentesecretaris hier ook wel eens een mail over gestuurd, maar daar helaas nooit een antwoord op gekregen”.
De jurist uit Heemskerk merkt op dat het bij de handhavingsafdeling van de BUCH helaas niet alleen aan juridische kennis ontbreekt, maar ook aan welwillendheid om naar andermans argumenten te luisteren. “Dat wil nog wel eens een vervelende proceshouding opleveren, en nare treiterijtjes zoals het afsluiten van mailverkeer om het mij als gemachtigde extra lastig te maken. Ik moet daardoor bij elke mail die de gemeente mij stuurt, per aangetekende post antwoorden. Dat geeft geen pas en geeft uiteindelijk alleen maar reputatieschade voor de gemeente in kwestie. Het is jammer, want uiteindelijk zou een gemeente ten dienste moeten staan van de burger. Ik zou het nieuwe gemeentebestuur van Bergen willen oproepen om met mij gewoon eens in gesprek te gaan, ook over de andere lopende zaken die ik heb.”
Duinstreek Centraal heeft de gemeente in maart al de observatie voorgelegd dat de BUCH veel vaker tegenover inwoners lijkt te staan dan andere regiogemeenten, en veel zaken ook verliest. De reactie van de gemeente Bergen was destijds dat ‘we verder niet ingaan op jullie constatering dat het binnen de regio inmiddels opvalt dat de BUCH hier significant vaker tegenaan loopt dan de gemeente Alkmaar of Dijk en Waard”. De gemeente Bergen kon woensdagmiddag nog geen specifieke reactie geven op de uitspraak in de zaak tegen de familie Van Doornik.