De drie mannen uit Heerhugowaard die worden verdacht van de spectaculaire kunstroof uit het Drents Museum in Assen blijven hardnekkig zwijgen. Tijdens een nieuwe zitting deze week benadrukte de officier van justitie dat er “een overvloed aan bewijs” tegen hen ligt. Maar waar de geroofde Roemeense kunstschatten zijn gebleven, komt justitie van de drie mannen in ieder geval niet te weten.
De mannen – Bernhard Z. (35), Douglas Chesley W. (36) en Jan B. (21) – worden gezien als de hoofdverdachten. Volgens het Openbaar Ministerie (OM) stalen zij in de nacht van 24 op 25 januari vier gouden kunstschatten uit het Drents Museum: de beroemde gouden helm van Cotofenesti en drie armbanden, samen goed voor een verzekerde waarde van 5,7 miljoen euro. Twee van hen zouden bovendien een vluchtauto hebben gestolen in Alkmaar.
De zaak, die donderdag opnieuw voor de rechter kwam, draaide vooral om de werkwijze van politie en justitie, zo meldt NH, mediapartner van Streekstad Centraal. De verdediging richtte haar pijlen op een undercoveroperatie en op de publicatie van foto’s van twee verdachten vlak na hun arrestatie. De politie verspreidde op 29 januari de volledige namen en beelden van Z. en W. nadat ze waren opgepakt. (tekst gaat verder onder de foto)

Voormalig minister van Justitie en Veiligheid David van Weel zei destijds in een interview met de NOS dat de verdachten een keuze hadden: vertellen waar de buit was, of hun namen en foto’s zouden openbaar worden gemaakt. Volgens de advocaat van Z. kwam dat neer op chantage. “Dat impliceert dat ze weten waar de buit is. Dan staat bij voorbaat vast dat ze schuldig zijn.”
Het OM ontkent dat de minister de mannen schuldig heeft genoemd en zegt dat hij alleen sprak over “verdachten”. Of Van Weel later door de rechtbank zal worden gehoord, moet nog worden beslist.
De verdediging heeft daarnaast forse kritiek op de inzet van undercoveragenten. Jan B. zou door deze agenten zijn benaderd en volgens het OM zelfs hebben bekend betrokken te zijn bij de roof. Zijn advocaat betwist dat. “Hij heeft meermaals gezegd dat hij er niets mee te maken heeft.
Pas toen de druk werd opgevoerd, zou hij iets hebben toegegeven.” De advocaat beweert bovendien dat B. onder druk in een auto is gedwongen door de undercoveragenten, iets wat het OM ontkent. (tekst gaat verder onder de foto)

Ook zeggen de advocaten dat zij zich niet vrij voelen om met hun cliënten te spreken. “We voelen ons bespioneerd”, zei een van hen. “Luistert de AIVD mee?”, vroeg een ander zich af. Volgens het OM is daar geen enkele aanwijzing voor. “Er is geen reden om te denken dat dat gebeurt,” zei de officier van justitie. “Wij gaan niet over de AIVD en kunnen daar dus niets over zeggen.”
De spanning liep in de rechtszaal af en toe hoog op. Verdachte Bernhard Z. reageerde zichtbaar geërgerd en klaagde dat het Openbaar Ministerie “veel te ver gaat”. Tijdens de zitting vroeg hij meerdere keren om naar het toilet te mogen en klapte hij spottend na het betoog van de officier van justitie. Uiteindelijk verliet hij de zaal met de woorden: “Deze poppenkast…”, waarna hij onder begeleiding werd weggevoerd. (tekst gaat verder onder de foto)

Het was de derde keer dat de rechtbank zich in het openbaar over de zaak boog. In mei en juli werden er al twee pro-formazittingen gehouden. De zitting van deze week was een regiezitting, bedoeld om te bepalen welke getuigen nog worden gehoord. In januari volgt opnieuw een korte zitting, waarna de inhoudelijke behandeling naar verwachting in maart of april plaatsvindt.
Hoewel het onderzoek naar de verdachten is afgerond, loopt het onderzoek naar de verdwenen kunstschatten nog steeds. De gestolen stukken zijn tot op heden niet teruggevonden. Inmiddels is wel 5,7 miljoen euro uitgekeerd aan het Roemeense museum dat de kunstwerken in bruikleen had gegeven.
De kunstroof houdt ook in Noord-Holland de gemoederen bezig. Alle drie de verdachten komen uit Heerhugowaard en de gestolen vluchtauto werd in Alkmaar buitgemaakt. Ook leiden allerlei andere sporen naar deze regio. Daarmee heeft de zaak een directe link met de regio, waar met grote belangstelling wordt gevolgd hoe het proces zich verder ontwikkelt.