We spotten hem meteen, de vrolijke grijns op het gezicht van Cees van van Erkel. Het is zijn kenmerk. De 65-jarige goedlachse taxichauffeur weet niet wat hem overkomt. En dan nu weer een damesduo van de streek- en regionale omroep. Hij is overdonderd door alle aandacht en gaat van het ene naar het andere interview. Van lokale taxichauffeur naar lokale superster. En dat met zijn veredelde taxidagboek. “Ik had echt zo het gevoel van: ik ga dit opschrijven en ik wil over vijf à tien jaar gewoon terug kunnen lezen wat ik toen heb beleefd en dat heeft eigenlijk een beetje een andere wending gekregen.”
Wanneer je Cees hoort praten, heb je het al snel in de gaten. Dat accent en de wat schunnige humor, dat komt niet uit Dijk en Waard. “Feyenoord!! Ik kom van oorsprong uit Nieuwerkerk aan den IJssel, een dorpje vlakbij Rotterdam. Tot tien jaar terug heb ik daar gewoond. De liefde heeft me hier gebracht.” In de tijd van zijn migratie naar het Hoge Noorden was hij nog niet werkzaam op de taxi. “Ik werkte bij de benzinepomp in Heerhugowaard en ik had al een heel tijdje het gevoel dat het me wel leuk leek om taxichauffeur te worden.”
“Bij die benzinepomp tankte het taxibedrijf de brandstof en de toenmalige directeur kwam er elke dag sigaretten halen. Toen heb ik daar het balletje opgegooid van: ‘Goh, zoek je nog mensen’? Toen zei hij: ‘Ja, ik kan altijd goede mensen gebruiken, dus kom maar eens langs vanmiddag.’ Toen ben ik ’s middags langs geweest en tien minuten later ben ik aangenomen.”
Op 60-jarige leeftijd heeft hij die carrièreswitch gemaakt. Niet wetende dat het schrijverschap daar een aantal jaar later nog eens bij zou komen, want het opschrijven van al zijn avonturen kwam puur uit de grote liefde en fascinatie voor het vak. “De eerste werkdag was zó leuk. Ik kwam ’s avonds thuis, ben achter de computer gaan zitten en gaan schrijven. Dat heb ik vijf jaar gedaan. Leuke dingen, minder leuke dingen. Ik ben alles gaan schrijven. We vergeten namelijk een heleboel dingen. Dingen die we zien, dingen die we meemaken, belevenissen.”
Cees maakt veel mee tijdens zijn werk. Zo leert hij verstandelijk gehandicapten goochelen of brengt hij mensen met spoed naar de tandarts, omdat een verkeerde hap hun gebit funest is geworden. Het zijn niet alleen de bijzondere situaties waarin hij terecht komt die het werk zo bijzonder maken, maar vooral de bijzondere gesprekken die hij heeft. Mensen vertellen aan hem net iets meer dan aan de gemiddelde taxichauffeur. “De ervaring is gewoon als jij praat en je openstelt, dan krijg je daar reactie op. Ik durf me ook kwetsbaar op te stellen. Stel dat je bij het ziekenhuis iemand ophaalt, waarvan je het vermoeden hebt dat die bijvoorbeeld kanker heeft. En als we daar over praten en ik vertel: ‘Ik ben zes jaar geleden m’n jongste zusje verloren. Drie keer kanker in drie jaar tijd.’ Als ik daar mee kom, dan heb je alle deuren opengezet dan vertellen mensen je alles.”
Na vierenhalf jaar fanatiek schrijven was het een zwager die hem aanspoorde zijn verhalen te bundelen. “Op een verjaardag vertelde ik over mijn belevenissen en van: ‘Ja, ik schrijf het ook op.’ Toen zei een zwager van mij: ‘Laat dat eens even lezen’. Die is het gaan lezen en die belde na drie dagen van: ‘Hey, je hebt gewoon een boek in je handen. We gaan een uitgever zoeken.’ Binnen een paar maanden was het geregeld.”
Het resultaat is zijn boek ‘Taxi Cees’ met 73 verhalen. Sommige grappig, andere verdrietig. “Ik hoop dat mensen wanneer ze het boek lezen er plezier aan beleven en ik ben er verzekerd van dat de lezers van mijn boek op sommige momenten een traantje wegpinken. Eén traantje is van verdriet en de ander waarschijnlijk van het lachen.”
Het boek is te koop op www.taxiceesboek.nl.