Heeft hij gesjoemeld met de ondertekening van de intentieovereenkomst tussen gemeente Bergen en Het Bijzondere Huis? Dat was wat de onderzoekscommissie van Klaas Valkering maandagochtend wilde weten. Tijdens de hoorzitting ontkende de ex-wethouder stellig, onder ede. En beschreef hij een Bergens college dat het in zijn optiek niet altijd zo nauw neemt met afspraken en contracten.
Het Bijzondere Huis in Bergen wilde graag een woonzorgcomplex laten bouwen op de locatie van de oude Mytylschool. Klaas Valkering zou hier als verantwoordelijk wethouder voor hebben getekend op 8 maart 2022, maar de overeenkomst werd pas twee maanden later afgeleverd. Dat terwijl Valkering op 11 maart aftrad na ophef over campagnebrieven die misleidend veel op gemeentebrieven leken. Het vermoeden is dat Valkering pas ná zijn vertrek tekende, en daarbij een eerdere datum vermeldde. Valkering ontkent dat.
Hij vertelt de commissie dat het in die periode erg druk was en hij nog een aantal dossiers wilde afronden. Hoe het allemaal precies zat wist hij niet meer, maar hij was er naar eigen zeggen zeker van dat die datum van 8 maart 2022 correct was. (tekst loopt door onder de foto)
De commissie vond het vreemd dat, als Valkering nog snel zaken wilde afhandelen, hij daarna twee maanden zou hebben gewacht met de bezorging. Ook werd het opmerkelijk gevonden dat Valkering ogenschijnlijk op eigen houtje handelde, zonder de rest van het college erbij te betrekken. Maar dat doen of deden wethouders volgens Valkering wel vaker, als het niet om een groot project gaat.
De pijlen waren vooral gericht op Valkering, maar het is het hele bestuur en de bestuurscultuur van Bergen waarvan een bijzonder beeld ontstaat tijdens de verhoren. Bij kleine en middelgrote projecten zouden wethouders nog wel eens doorzetten zonder formeel collegebesluit. Ook zou de gemeenteraad niet altijd, of laat, geïnformeerd worden.
Over de bestuurscultuur zei gemeentesecretaris Martijn Schroor dat de regel is, dat het college collectief een besluit neemt. Maar hij erkende dat dit niet altijd gebeurde. Overigens is dat ook niet altijd verplicht. Wethouders hebben tot op zekere hoogte een mandaat. Maar hij had geen goed woord over voor de actie van ex-wethouder Valkering.
Uiteindelijk was de beurt aan burgemeester Lars Voskuil. Hij gaf aan dat het de intentie was dat het dossier na het vertrek van Valkering zorgvuldig opgepakt zou worden, maar erkende daarbij wel dat hij de initiatiefnemer te lang had laten wachten op een update. Dat had volgens Voskuil een hoop discussie en onduidelijkheid kunnen voorkomen. Ook betreurt hij geen nieuwe datum te hebben geprikt om de kwestie met een andere wethouder te bespreken, nadat een afspraak moest worden afgezegd. “Dan denk ik, in alle eerlijkheid, dat we hier nu niet hadden gezeten.”