Bij de loods van de stichting Caritas in De Rijp is het een komen en gaan van mensen die hulpgoederen hebben voor Oekraïne, schrijft NH, mediapartner van Streekstad Centraal. “We gaan wat kleiner wonen dus we hebben een hoop spullen die ze daar goed kunnen gebruiken”
Een buurtbewoner komt met een achterbak vol spullen langs. “Dat het op een goede plek komt, vind ik een mooie geruststellende gedachte.” De stichting moest noodgedwongen stoppen vanwege nieuwe regelgeving en een blokkade van Poolse vrachtwagenchauffeurs bij de grensovergang. De opluchting dat die blokkade ten einde is, is dan ook groot bij de vrijwilligers: “Het begon hier al aardig vol te raken.”
Over spullen heeft Jan Pilkes van stichting Caritas dan ook niets te klagen. “We merken wel dat er minder aandacht is voor de situatie in Oekraïne, omdat er nu ook oorlog is in Israël. Toch hebben we aan spullen geen gebrek. Dat loopt lekker door. Het gaat vooral om donaties, onze spaarpot raakt snel leeg. We hebben dus vooral behoefte aan geld. De tank van de vrachtwagen moet ook gevuld worden.”
En die spaarpot is ook een stuk leger geworden, omdat de transporten naar Oekraïne werden bemoeilijkt bij de grens. Vanwege nieuwe regels tegen corruptie en zwarte handel moest er even pas op de plaats worden gemaakt met inzamelen.
De blokkade van Poolse vrachtwagenchauffeurs bij de grens met Oekraïne, die protesteerden tegen oneerlijke concurrentie, gooide ook roet in het eten. “In december hebben we normaal vier vrachtwagens vol met hulpgoederen, nu waren dat er maar twee en dat is erg frustrerend”, aldus Pilkes. “Vooral omdat je met kerst en Sinterklaas een hoop mooie spullen krijgt.”
De opluchting is dus groot dat de Poolse vrachtwagenchauffeurs de blokkade hebben opgeheven en de regelgeving voorlopig is versoepeld. “We hebben normaal een vrije doorgang, maar het was zo’n toestand bij de grens waardoor onze chauffeur moest wachten. Dat kost je dan zo een paar duizend euro extra”, vertelt Pilkes. “We zijn nu weer op volle sterkte en dat is mooi want de mensen hebben onze hulp nog steeds hard nodig.”