De auto zelf stond nog op z’n plek, maar de ramen lagen aan diggelen: voor een inwoner van de Alkmaarse wijk De Hoef was het dinsdagochtend duidelijk dat er in zijn auto was ingebroken. Dan zit er weinig anders op dan contact op te nemen met de politie. Maar die blijkt, zoals steeds vaker, overvraagd, er is te weinig capaciteit. “Zo wordt het wel een open deur voor dieven.”
Streekstad Centraal heeft contact met de eigenaar van de auto, die liever anoniem zijn verhaal doet. “Toen ik bij mijn auto aankwam merkte ik dat de ruit aan de passagierskant ingetikt was en dat de deuren openstonden. Het stuur is meegenomen.” Een foto laat de schade goed zien. De autobezitter belde met de politie, maar die liet weten dat ze niet zelf naar de plaats des onheils zouden komen. Wel werd aangeraden om online aangifte te doen.
“Dat is ook gebeurd”, bevestigt de eigenaar van de auto aan Streekstad Centraal. “Toch vind ik dit vreemd van de politie. Vooral ook omdat ik aangaf dat er spullen in mijn auto lagen die niet van mij waren. Ik had op z’n minst verwacht dat er een sporenonderzoek gedaan zou worden.” Maar dat sporenonderzoek moest de Alkmaarder zélf ter hand nemen: “Ik kreeg te horen dat ik met handschoenen de spullen in een zakje moest doen.” Dat voelt niet goed, vindt de eigenaar van de auto. Dan is het haast ‘eigen rechter’, vindt hij, wat toch de bedoeling niet kan zijn. (tekst gaat door onder de foto)
De woordvoerder van de politie bevestigt dat de capaciteit beperkt is, waardoor er keuzes moeten worden gemaakt. “Mijn collega’s hadden het toen heel druk”, zegt de woordvoerder. “De forensische opsporing komt in principe ook niet voor een autoinbraak. Wel bij een woninginbraak. We kijken naar ‘high impact’, naar een grote inbreuk op iemands levenssfeer.” Dat ook een inbraak in een auto grote indruk kan maken begrijpt de woordvoerder, maar bij beperkte capaciteit kan nu eenmaal niet alles worden opgepakt.
Wél moeten mensen echt aangifte blijven doen, benadrukt de politievoorlichter. “We zijn geïnteresseerd in de trend, we hebben aangiftes dus echt nodig”, laat hij weten. “Als er veel auto-inbraken zijn, dan is er sprake van een trend. Dan leggen we voor aan de gemeente dat er iets moet gebeuren. Het kan ook dat we dan ‘s nachts gaan surveilleren in de wijk, dat heb ik zelf ook wel gedaan.” Met de fiets door nachtelijk Alkmaar en dan even informeren als iets er verdacht uitziet, het kan al een groot verschil maken. Maar ook daarvoor geldt weer: er moet capaciteit voor zijn en er moet een goed argument zijn om dat te gaan doen.
Voor de auto-eigenaar in De Hoef blijft het onbevredigend. “Diefstal is toch een veelvoorkomend iets is”, overweegt hij. “Zeker ook in De Hoef.” maar zulke trends zijn voor de politie dus pas inzichtelijk als er consequent aangifte wordt gedaan van alles wat er gebeurt. Ook als de aangever zelf met het gevoel blijft zitten dat er weinig aandacht voor de kwestie is geweest.