Aandacht in The New York Times, een verfilming van hun boek ‘Children of Al-Andalus’ en straks op wereldtournee. Hicham (39) uit Alkmaar en Rick (37) uit Hoorn hadden het nooit aan zien komen. Zondag gaat hun gelijknamige film in première in het Tuschinski in Amsterdam. Het is een documentaire over het verdwenen rijk Al-Andalus, waar joden, christenen en moslims nog altijd vreedzaam samenleven. “Filmhuizen van over de hele wereld staan nu al in de rij.”
De twee nuchtere Noord-Hollanders Hicham en Rick zijn nog wat beduusd van alle aandacht. Nadat hun boek vorig jaar maart verscheen, een flinke pil van 10 kilo voor op de koffietafel, vonden de heren dat de verhalen een groter publiek verdienden.
“Een tijdje terug kregen we de vraag: ‘waarom hebben jullie dat boek eigenlijk zo dik gemaakt?'”, vertelt Hicham (rechts op de foto) tegen mediapartner NH Nieuws. “We hopen dat de moraal van dit verhaal met de verfilming meer mensen bereikt. Onder de bevolking in dit gebied leeft het gedachtegoed van Al-Andalus nog steeds. Daar kunnen we in deze tijd nog veel van leren.”
In het Moorse rijk Al-Andalus, oftewel een groot deel van het tegenwoordige Spanje en Portugal, deelden moslims, joden en christenen tot 1492 een rijke, tolerante en vredelievende cultuur met elkaar. Tot de volkeren met geweld door de katholieke Spanjaarden werden bekeerd of verdreven. Nazaten in het zuiden houden de tolerantie van hun voorouders nog altijd springlevend.
In 2017 bezochten Rick en Hicham tientallen joodse en islamitische nakomelingen van Al-Andalus, dat zij weemoedig ‘het verloren paradijs’ noemen. Veel moslims en joden namen bij hun verdrijving de sleutels mee van hun huizen in Granada, Sevilla, Córdoba en Toledo, in de hoop ooit weer terug te keren. “In de film staan drie karakters uit het boek centraal. Je krijgt een fractie van deze bijzondere geschiedenis mee. Van de passie en de pijn.”
De inspirerende boodschap van de film: elkaar respecteren in een multiculturele, vrije samenleving, is een geluid dat wordt omarmd vanuit verschillende hoeken van de wereld. “Deze verhalen laten zien dat we het wiel niet opnieuw met elkaar hoeven uit te vinden. We zoeken de samenwerking op met organisaties en universiteiten, die allemaal erg enthousiast zijn”, zegt Hicham.
Eerder werd de filmdocumentaire al enthousiast ontvangen in Marokko en Spanje. Nadat The New York Times in een artikel naar Children of Al-Andalus verwees, werd die internationale aandacht “alleen maar groter”. De Nederlandse première is dan ook niet zomaar een première, maar eentje met black tie dresscode en met hoog bezoek, zoals Europarlementariër Mohammed Chahim, de Amsterdamse cultuurwethouder Touria Meliani, en vertegenwoordigers van de Spaanse en Marokkaanse ambassade.
Filmhuizen en bioscopen uit onder meer Engeland, Frankrijk, Marokko en Israël hebben zich al aangemeld bij het tweetal. “We gaan straks op wereldtour samen met onze partner en coproducent Marmoucha om zoveel mogelijk mensen te inspireren en nader tot elkaar te brengen. Wie weet komt er dan ooit een dag dat we echt allemaal in vrede en respect met elkaar kunnen leven.”
Hicham en Rick mikken erop dat de film vanaf januari publiekelijk te zien is. “We zijn nu in gesprek met het EYE Filmmuseum en Filmhuis Alkmaar”, aldus een blije Hicham. (foto: NH Nieuws)