Potjes, pannetjes, designer vaasjes, trommels met verrot voedsel of een urn. Kringloopwinkels moeten het sinds 1 april allemaal registreren, voor het geval er gestolen goederen tussen zitten. Wat het belang van dieven is om hun gestolen goederen naar de kringloop te brengen en vervolgens ‘bedankt’ te horen, dat vragen ze zich af. “Criminelen brengen eerder spullen naar plekken waar ze er nog een centje voor kunnen krijgen”, vertelt Sonny Horn, werkzaam bij kringloopbedrijf Tol in Egmond aan den Hoef.
De registratieplicht, het Digitaal Opkopers Register (DOR), is bedoeld om heling en witwassen tegen te gaan. De plicht bestaat al langer, maar geldt vanaf 1 april ook voor kringloopwinkels. Registraties moeten digitaal worden bijgehouden, in plaats van alleen op papier. Kringloopwinkels vallen ook onder deze regeling. “We staan er allemaal een beetje sceptisch tegenover. Het is voor ons heel moeilijk te registreren. Wij krijgen iedere dag tientallen auto’s met spullen binnen.” Die spullen moeten vervolgens gesorteerd, schoongemaakt en geprijsd worden. En nu dus ook geregistreerd. Het levert vooral een hoop gezeik, legt Sonny uit.
“Je moet je voorstellen dat er tientallen spullen genoteerd moeten worden, dat gaat ons over de dag uren extra tijd kosten als we dat allemaal extra moeten registeren. Met het team van vijf man dat we nu hebben, is dat niet haalbaar. We zouden al een extra personeelslid moeten krijgen, maar financieel gezien is dat niet mogelijk. Dus dan denk ik dat dit betekent dat we regelmatig spullen moeten weigeren. Sorteerwerk doen we pas nadat we spullen hebben binnengekregen. Mogelijk gaan er dus hele mooie spullen verloren. Als we minder kwantiteit hebben, dan verdienen we ook een stuk minder.”
Het lijkt het einde van de kringloop, want met de nieuwe regeling is het maar afwachten hoelang ze het hoofd boven water kunnen houden. En dat in een tijd waar duurzaamheid voorop staat en we gestimuleerd worden producten een tweede leven te geven. Het resultaat van de regelgeving en de tijdsgeest lijken met elkaar in tegenstrijd te zijn. “Het is eigenlijk een probleem dat niet echt bestaat”, zegt Sonny. “Gestolen spullen brengen mensen niet echt naar de kringloop. Criminelen brengen eerder spullen naar plekken waar ze er nog een centje voor kunnen krijgen, dat is bij ons niet het geval. Er wordt gewoon een hoop extra werk gecreëerd voor niks. We houden er niks aan over.”
Of er daadwerkelijk veel gestolen spullen bij de kringloop terecht komen. Daar kan de politie geen uitspraken over doen. “Er zijn heel veel meldingen van heling, maar het is moeilijk daar duiding van te geven”, zegt een persvoorlichter van de politie. “Aan de hand van cijfers is het niet te duiden, dus ik kan er niks zinnigs over zeggen. Als crimineel heb je er geen baat bij om gestolen goederen bij de kringloop te brengen, maar ik kan me voorstellen dat er weleens gestolen spullen worden gevonden. Een voorbeeld heb ik alleen niet.” Wat de politie van de nieuwe regelgeving vindt, daar laten ze zich niet over uit.
Veelal komen er dezelfde soort spullen binnen, benadrukt Sonny. “Vaak krijgen we inboedels van mensen uit de buurt die zijn overleden. Nabestaanden komen dan spullen brengen. Dat is wel de grootste inbreng. Daarnaast gaat het vaak om mensen die hun schuur hebben opgeruimd en dan spullen komen brengen.”
Natuurlijk zal de lokale crimineel eens in de zoveel tijd ook de stofzuiger door de kelder halen, maar of hij zijn 18 karaats gestolen Cubaanse ketting naar de kringloop zal brengen? Dat vragen ze zich bij de kringloop af.