Nederlanders jaagden eeuwenlang op walvissen, onder andere vanuit De Rijp. De vissers werkten onder gevaarlijke omstandigheden en in dikwijls in ijzige kou. Emeritus hoogleraar Louwrens Hacquebord schreef met Jaap Bruijn het boek ‘Een zee van traan’. Donderdag 14 oktober vertelt hij tijdens het Alkmaars Historisch Café in de Grote Kerk van De Rijp over het leven van walvisvaarders door die eeuwen heen.
Aan de hand van scheepsjournalen en archeologisch onderzoek van oude traankokerijen op Spitsbergen, illustreert Hacquebord de Nederlandse walvisvaart. In de beginperiode had de Noordse Compagnie (1614-1642) het alleenrecht op de jacht en werden beperkingen afgesproken. Na het verlopen van het octrooi werd de jacht vrij en nam het aantal jagers snel toe. In Noord-Holland, Friesland en de Waddeneilanden ontstonden dorpsgemeenschappen met een sterke walviscultuur, die twee eeuwen lang vrijuit op de Groenlandse walvis jaagden. De walvispopulatie liep daardoor sterk terug. In de 19e eeuw waren er bijna geen Groenlandse walvissen meer in de wateren rond Spitsbergen. De Nederlandse walvisvaart was genoodzaakt om te stoppen. Na de Tweede Wereldoorlog nam Nederland weer deel aan de jacht. Ook deze vangst liep tegen grenzen aan en in 1964 kwam er een einde aan.
De lezing begint om 19:30 uur. Na afloop is er de gelegenheid vragen te stellen. Kaarten zijn te reserveren via kennemerwaard.op-shop.nl.