Al twee jaar staan Pia (66) en Kees (72) Machielse met hun campers op een leegstaand terrein in Oudorp. Maar dat doen ze niet vanwege het heerlijke kampeerklimaat: ze doen het uit protest. Want ondanks dat het stel hoog op de wachtlijst stond voor een woonwagenstandplaats, vissen ze met het nieuwe Alkmaarse beleid achter het net. En nu dreigen ze ook nog hun huurhuis te verliezen.
“Gemeenten moeten ervoor zorgen dat woonwagenbewoners volgens hun culturele identiteit kunnen wonen”, schrijft de Nationale Ombudsman in een rapport. Dit houdt in dat ze inzicht moeten hebben in hoeveel behoefte er is aan standplaatsen, én dat er voldoende standplaatsen zijn.
Dit was echter niet altijd zo. Tot 2014 hield de gemeente Alkmaar er een zogenoemd ‘uitsterfbeleid’ op na, waardoor woonwagenbewoners noodgedwongen in huizen moesten wonen. Zo ook Kees en Pia. Al ruim 25 jaar wonen ze, met tegenzin, in een huurhuis aan de Alkmaarse Geulstraat. Al die tijd staan ze wel bij de gemeente ingeschreven voor een standplaats in Vroonermeer. (tekst gaat verder onder foto)
Een nieuw woonwagenbeleid ligt sinds een paar jaar bij de gemeente. Er komen 31 nieuwe standplaatsen op bestaande kampen, binnen drie jaar. Maar Pia en Kees maken geen kans. De eerdere wachtlijst is namelijk ongeldig verklaard. Sterker nog, volgens wethouder Jasper Nieuwehuizen had deze lijst ‘nooit enige status’. “Het was slechts een inventarisatie”, zegt hij. Alleen reizigers geboren in Alkmaar of met directe familiebanden, maken nu kans op een plekje.
Kees, Pia en anderen vallen hierdoor buiten de boot. Daarom richtten zij in 2022 hun miniwoonwagenkamp op een leegstaand terrein in Oudorp, samen met Bertus, een andere gedupeerde. Jerrycans met water, een gasstelletje en een toiletcabine zijn de enige voorzieningen die ze hebben. “We kamperen daar”, vertelt Pia aan NH Nieuws, mediapartner van Streekstad Centraal, “maar slapen en douchen nog ongeveer twee keer per week thuis.” (tekst gaat verder onder foto)
De gemeente gedoogde de campers in Oudorp en Kennemer Wonen was op de hoogte dat het huurhuis minder werd gebruikt. Maar dan krijgen Pia en Kees bericht van Kennemer Wonen: na huisbezoeken, gesprekken in de buurt, posten en een waterstandmeting vindt de wooncorporatie dat hun huis op de Geulstraat geen hoofdverblijf is. Conclusie: ze moeten eruit.
“Onzin”, reageert Pia. “We kamperen daar niet voor onze lol.” Maar als ze aangeeft het huis nog te gebruiken voor douchen en de was, “kreeg ik de reactie dat het geen badhuis of wasserette is.” Volledig terugverhuizen is ook hopeloos: het besluit kan niet worden teruggedraaid. Kennemer Wonen wil zo voorkomen dat woningen onnodig leeg blijven. (tekst gaat verder onder foto)
“Het komt koud op ons dak, we zijn er ziek van”, zegt Kees. Het stel zegt altijd netjes de huur te betalen en het huis te onderhouden. Dat ze nu zonder waarschuwing moeten vertrekken, terwijl Kennemer Wonen wist dat ze het huis minder zouden gebruiken, doet zeer. Pia is inmiddels weg van het kamp en weer thuis. Ook omdat een nieuw probleem op de loer staat: in 2025 wordt het protestkamp door de gemeente ontruimd voor nieuwbouw.
“Nu vallen we weer tussen wal en schip én raken we ons huis kwijt”, zegt Pia. “Alleen omdat we opkomen voor ons recht op een standplaats, onze culturele identiteit.” Wethouder Nieuwehuizen zegt al langer dat het stel beroep moet doen op de hardheidsclausule, waarbij in sommige gevallen afgeweken kan worden van regels. Maar Kees peinst er niet over. “Daarmee gaan we akkoord met het nieuwe beleid en zetten we onszelf schaakmat.” Opnieuw inschrijven is volgens hem zinloos. “Dat gaan we op onze leeftijd echt niet meer meemaken.”