Met graafmachines en bulldozers wordt flink ingegrepen in de eerste duinenrij langs de Zuidernollen, twee kilometer ten zuiden van Castricum aan Zee. In totaal wordt er maar liefst 60.000 kubieke meter zand verplaatst. “Dat klinkt onlogische en gevaarlijk, maar de zee gaat hier echt niet naar binnen komen”, vertelt projectleider Martijn van Schaik van PWN.
De reden voor deze aanpak ligt in een verandering van inzicht over hoe we de duinen moeten beheren. “Eeuwenlang hebben we van de duinen een strakke dijk gemaakt”, legt Martijn uit aan NH mediapartner van Streekstad Centraal. Maar dit schijnt helemaal niet goed te zijn. “Met de kennis van nu, weten we dat dat niet handig is, want zo kunnen ze minder goed meegroeien met de zeespiegelstijging.” (tekst loopt door onder de foto)
De hoge, dichte vegetatie van bramen en grassen moet worden aangepakt om te voorkomen dat laagblijvende soorten zoals paddenstoelen en mossen verdwijnen. Daarom graaft PWN, in opdracht van de provincie, vijf grote kerven in de duinen. Deze doorgangen zorgen ervoor dat het strandzand het duingebied kan binnenwaaien. “Het kalkrijke zand zorgt ervoor dat de grond minder verzuurt – wat nu gebeurt door stikstof – waardoor soorten die bij het duin horen kunnen blijven bestaan.” Bovendien zal het extra zand de duinen robuuster en sterker maken.
Volgens Martijn hoeven mensen zich geen zorgen te maken over doorbraken. “We graven de duinen zo’n vier meter af. De zeereep blijft veertien meter boven NAP.” Hij benadrukt dat de duinen langs het strand wel bijdragen aan de veiligheid, maar niet essentieel zijn: “De échte zeewering ligt hier twee kilometer landinwaarts.”
De werkzaamheden duren tot december, maar omdat dit deel van de duinen niet toegankelijk is voor bezoekers, zullen zij hier weinig van merken. “Daarom is ook voor deze plek gekozen.”