Als het aan justitie ligt, gaan de Colombianen die zijn opgepakt in de cocaïnewasserij op het Alkmaarse bedrijventerrein Beverkoog drie jaar de cel in. Toen de politie in september de loods binnenviel, stond één van hen met een stok in een pan te roeren; de ander had briefjes met scheikundige formules bij zich. Beiden waren wanhopig om met het drugsgeld terug naar hun thuisland te gaan.
Op 19 september vorig jaar trekt een voorbijganger aan de bel bij de politie: er hangt een ammoniaklucht rondom een bedrijf aan de Hazenkoog. Aangesnelde agenten ruiken het ook en als ze de roldeur achterop het terrein omhoog trekken, treffen ze een cocaïnewasserij aan: twee mannen slaan op de vlucht.
Het blijkt te gaan om Carlos V. V. (60) en Ederneidis C. A. (45) uit Colombia. Ze probeerden drugs uit verf te onttrekken. Die eerste cocaïnekok verklaart dinsdag via een tolk in de rechtbank van Alkmaar dat hij een paar dagen eerder door ene José met de auto is opgehaald in Den Haag en naar de Beverkoog is gebracht. “Hij contacteerde mij. Ik zou 2.500 euro krijgen voor 1 kilo coke.”
Coke smokkelen uit Zuid-Amerika – waar de cocaplant groeit en tot poedervorm wordt gemaakt – kan in blokken, maar je kan de drugs ook impregneren in producten als kleding, kruiden, houtskool of dus verf. Daarin zit veelal tussen de 5 en 30 procent coke en dit moet er eenmaal in Nederland middels een chemisch proces weer uit.
Als Carlos met die José aankomt in Alkmaar ziet de ruimte achterin het bedrijfsgebouw er volgens hem uit als een autogarage, maar er stonden ook potten verf, een pan en maatbekers. Hij heeft op dat moment briefjes in zijn zak met daarop Spaanse aantekeningen en scheikundige formules.
“Ik had die van José gehad.” Nadat José vertrekt uit Alkmaar, probeert Carlos de daarop volgende dagen met die aanwijzingen in zijn eentje in de loods de coke uit de potten verf te onttrekken. Hij blijft ook slapen in de wasserij. In zijn hoofd zit dat geldbedrag, dat hij mee kan brengen naar zijn familie in Colombia. Maar het lukt Carlos niet om meer dan driehonderd gram coke te onttrekken. José belt hem. “Die meneer was kwaad op mij.” Dan wordt de tweede verdachte Colombiaan Ederneidis C. A. bij de loods afgezet. Samen gaan de coke-koks verder. Met elk een eigen taak lukt het de mannen om minimaal 2.785 gram aan pure coke uit de blikken verf te krijgen – dat is in ieder geval de hoeveelheid die de politie aantreft.
Op de dag dat Carlos zegt dat hij zou worden opgehaald om weer naar Colombia te vliegen valt de politie dus het bedrijfspand binnen. In de rechtszaal maakt de officier van justitie dinsdag een optelsom over de hoeveelheid coke die ze op dat moment vinden. Eerder sprak het Openbaar Ministerie over coke ter waarde van 145.000 euro. Nu beschrijft de officier dat er in pakken, een emmer en resterende verfblikken vermoedelijk rond de 4 kilo is gevonden. Ook denkt het OM dat de verdachten niet het achterste van hun tong laten zien: mogelijk zijn er tussentijds al ladingen coke opgehaald, mede omdat de verhuurder van het pand heeft verklaard dat hij weken voor de inval al een chemische lucht rook.
Mediapartner NH Nieuws hoort de officier tegen Carlos V. V. een celstraf van drie jaar eisen en tegen Ederneidis C. A. iets minder: 33 maanden. Advocaat van Ederneidis, Leon van Kleef, bepleit dat zijn cliënt niet ‘een typische narco uit Colombia’ is. “Zijn leven is eerder het afvoerputje van de drugshandel.” Hij vindt dat de eis van de officier eerder past bij een ‘serieus laboratorium’ en daar was volgens hem in Alkmaar geen sprake van.
Ederneidis, die dealt met vele gezondheidsproblemen en zelfs stelt niet meer lang te leven te hebben, voelt zich onveilig. Hij loopt gevaar, zegt hij. Het wordt dinsdag niet duidelijk of dit te maken heeft met een eventuele opdrachtgever of de José waar Carlos het steeds over heeft. Wel vertelt de man eerder dat hij tussen de 30.000 en 40.000 euro zou krijgen voor meerdere klussen als cokekok. Hij was sinds februari 2021 in Nederland en werd naar verschillende locaties gereden. “Ik deed wat me werd opgedragen.”
De advocaat van Carlos, Gregory Stolk, vraagt zich af waarom de verhuurder van de loods en de onderhuurder (dit zou ook een Spaanstalige man zijn) helemaal niet voorkomen in dit onderzoek – aangezien de loods mogelijk voor september ook al werd gebruikt.
De rechter doet op 17 mei uitspraak. De loods aan de Hazenkoog is overigens nog steeds gesloten op last van de politie.