Henk Heilbron volgt vanavond met grote interesse de Alkmaarse raadsvergadering. Daar gaat het namelijk over de beladen geschiedenis van zijn Surinaamse voorouders. Zal ‘zijn’ gemeente haar rol in het koloniale en slavernijverleden laten onderzoeken? “Het is niet alleen mijn verleden, het is ons gezamenlijk verleden.”
Met een motie willen PvdA, GroenLinks en PvdD het college opdracht geven om onderzoek te laten doen naar het Alkmaarse slavernijverleden te doen, en dan met name naar de rol van het stadsbestuur. Dat onderzoek zou dan voor het einde van het Herdenkingsjaar Slavernijverleden (vóór 1 juli 2024) afgerond moeten zijn. Henk juicht de motie toe.
Achter zijn radiomicrofoon in zijn thuisstudio vertelt de 69-jarige Alkmaarder vol liefde over zijn geboorteland Suriname. Hij woonde vanaf zijn twintigste in Noord-Holland. Eerst in Amsterdam, daarna in Alkmaar.
“Mijn moeder haar oma was slaaf, vijf generaties terug”, vertelt Henk tegen mediapartner NH Nieuws. “Er werd thuis niet over gesproken, omdat het een zwaar onderwerp is. Mijn overgrootmoeder moet een moeilijke tijd hebben meegemaakt. Haar pijn kan ik niet voelen. Ik sta er ook niet dagelijks bij stil, maar nu ‘de slavernij’ een hot item is, ben ik er wel vaker mee bezig”. Inmiddels is hij zelf opa.
Jarenlang werkte hij in de zorg in de Beemster, en tegenwoordig besteedt hij veel tijd aan zijn radioprogramma met ‘Zuid-Amerikaanse klanken’. Diezelfde sfeer voelt hij elke dinsdag in wijkcentrum Mare Nostrum, waar hij in de buurt woont.
“Als vrijwilliger klets ik tijdens koffieochtenden met Surinaamse Alkmaarders en bespreken we elke week een thema. En de recente excuses voor de slavernij zijn ook zeker ter sprake gekomen”. Hij voelt zich geprikkeld om een steentje bij te dragen aan de discussie. “Ik wil iets doen voor mijn stad. Iets bijdragen aan meer begrip en bewustwording.”
Want ook Alkmaar heeft een slavernijverleden. “Dat is zo klaar als een klontje. In Suriname vind je Alkmaar als stad, district en er was een plantage, Zo’n beslissing vanavond hoeft wat mij betreft niet moeilijk te zijn, maar ik kan niet in de hoofden van de raadsleden kijken. Al was het alleen maar om meer begrip en empathie voor ons gezamenlijk verleden te krijgen. Daar ontbreekt het nog wel eens aan.” Ook mogen daar wat Henk betreft excuses van de burgemeester op volgen. “Maar daarvoor moet eerst onderzoek worden gedaan. Aan lege excuses hebben we niks.”
Wat er ook besloten wordt. Henk hoopt dat dit jaar het einde van de slavernij 150 jaar geleden ook in Alkmaar groots herdacht en gevierd kan worden op 1 juli. “Tot nu toe vieren wij Keti Koti in Amsterdam, maar het reizen en zo’n hele dag op pad; het liefst blijf ik in Alkmaar. Hoogste tijd dat we dit ook in Alkmaar kunnen vieren. Daarvoor hebben we de ‘werkgroep Keti Koti Alkmaar’ opgericht en vragen we de gemeente om hulp en steun.”
Henk denkt aan een herdenking en aansluitend een feest in een park. “Bijvoorbeeld in De Hout of de Rekerhout. Het zou mooi zijn daar met Alkmaarders en de mensen uit de regio samen te komen, met muziek en eten. Iedereen die mee wil herdenken en vieren is welkom.”
Een brief aan de Alkmaarse wethouder ligt inmiddels klaar. “Maar daar moeten nog een heleboel handtekeningen onder van mensen die ons initiatief steunen. Via een petitie die deze week online is gekomen hopen we die verzamelen.”
Of de motie vanavond aan de beurt komt is nog wel een beetje de vraag. Het is het laatste punt op de agenda, en het zou zeker niet de eerste keer zijn dat punten verschoven moeten worden vanwege tijdsgebrek. (foto: NH Nieuws)