RADIOBERICHT wateroverlast

Steken laten vallen bij extreme wateroverlast
ONDERZOEK HHNK krijgt kritiek over crisisoptreden bij clusterbuien

Tijdens de extreme clusterbuien en wateroverlast medio juni heeft Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK) flinke steken laten vallen.

Martijn Gijsbertsen

EGMOND AAN DEN HOEFOmdat de crisissituatie als volslagen verrassing kwam en niet meteen duidelijk was welke impact de overvloedige regenval precies had, heeft het waterschap reflexmatig gehandeld en is ’in de operatie’ geschoten.

Uitvoering was belangrijker dan aansturing. Daardoor was de informatievoorziening vanuit de getroffen gebieden beperkt, is niet direct opgeschaald en zijn buitenmedewerkers zwaar belast geweest.

Ook de bereikbaarheid, zichtbaarheid en communicatie richting inwoners door HHNK liet te wensen over. Dat blijkt uit reconstructie, analyse en onderzoek van het incident door experts op het gebied van water- en crisisbeheersing van het waterschap, de TU Delft en COT Instituut voor Veiligheids- en Crisismanagement.

Tussen 18 en 20 juni viel binnen 36 uur op diverse locaties meer dan 100 millimeter (liter per vierkante meter) neerslag, plaatselijk zelfs ruim 140 millimeter. Daardoor stonden – agrarische – polders onder water, met name nabij Egmond en in de Zijpe, kwamen straten blank te staan en liepen riolen over.

Miljoenenschade

De miljoenenschade die is ontstaan, er zijn tientallen claims bij HHNK ingediend, had volgens de onderzoekers nooit kunnen worden voorkomen. Hoewel er forse kritiek is geleverd op de inspanningen van het waterschap, blijken gemalen en waterbergingen maximaal te zijn ingezet. Het leeuwendeel daarvan heeft technisch goed gefunctioneerd.

De onderzoekers beschouwen de clusterbuien en overlast als ’stresstest’. Het zou een ’wake-up-call’ moeten zijn dat zoiets door klimaatverandering in de toekomst vaker kan gebeuren.

HHNK moet nadenken over het verruimen en flexibiliseren van zijn watersysteem. Daarnaast wordt onder meer geadviseerd sneller kennis te delen, ter plaatse te werken met veldposten (coördinatie/informatiepunt) en 3D-simulatiemodellen.