Celstraf en vrijspraak in strafzaak cokewasserij in Zuidschermer
19-08-25, 17:33
De aangetroffen cokewasserij in Zuidschermer.
De aangetroffen cokewasserij in Zuidschermer. © Archieffoto
Zuidschermer
De rechtbank in Alkmaar veroordeelde dinsdag de 60-jarige P.J. uit Zuidschermer tot 120 uur werkstraf en vier maanden voorwaardelijke celstraf. Hij kreeg die straf voor het verhuren van zijn loods in Zuidschermer, waar een cokewasserij in werd ontdekt op 5 januari 2022.
De rechtbank meent dat de man medeplichtig was aan die cokewasserij en dat hij wist dat er dingen in zijn loods gebeurden, die niet in de haak waren. Dat constateert de rechtbank ook op grond van een whatsapp-gesprek in zijn telefoon.
Lees ook:
Nieuwe arrestaties rond grote cokewasserij blijven uit, loodseigenaar blijkt tussentijds vrijgelaten. ’Maar hij blijft wel verdachte’
De politie doet onderzoek aan de Westdijk.
De rechtbank sprak een 33-jarige Amsterdammer vrij van betrokkenheid bij de cokewasserij. Een identiteitsbewijs van deze man vond de politie op de telefoon van de verhuurder. Volgens de verhuurder van de loods was dit mogelijk de man, aan wie hij de loods had verhuurd. Maar de rechtbank ziet daar geen bewijs voor in tegenstelling tot het openbaar ministerie.
DNA van de Amsterdammer zat op een gezichtsmasker, dat in de loods werd gevonden. Het ging overigens om een mengprofiel, want er was ook DNA van een onbekend gebleven persoon op dat masker. Geen hard bewijs dat de Amsterdammer bij de cokewasserij was betrokken, meent de rechtbank.
Lees ook:
Verdachten: ’Ik heb er niets mee te maken’. Eisen tot twee jaar cel voor betrokkenheid bij cokewasserij in Zuidschermer
Toen de politie op 5 januari het pand binnenviel, was de wasserij niet meer in gebruik. De rechtbank meent wel dat het een gevaarlijke situatie moet zijn geweest omdat er chemische stoffen worden gebruikt bij het wassen van coke uit andere stoffen. Dat geeft explosiegevaar. De verhuurder van de loods zei dat hij zijn familie, die op het terrein woont, nooit in gevaar zou hebben gebracht. Zowel hij als de Amsterdammer ontkende twee weken terug dat ze iets met de cokewasserij te maken hadden gehad.