Op de knieën, met een staalborstel in de ene hand en koperpoets in de ander, had Klaas Wits zondag maar één missie: boenen tot ze weer glimmen. Want met 4 mei in het vooruitzicht, verdienen de Bergense stolpersteine het er mooi bij liggen. “Nu ik erover praat, merk ik dat het me weer emotioneert.”
In het dorp Bergen liggen twaalf stolpersteine, ook wel bekend als struikelstenen, met daarboven borden die het verhaal vertellen van de Bergense Joden die daar voor het laatst in vrijheid verbleven. De stenen konden wel een opknapbeurt gebruiken. “We gingen ze allemaal langs om ze eens goed in de Brasso te zetten”, zegt Klaas Wits van het 4 mei comité. (tekst loopt verder onder foto)
Vanwege de spit in Klaas’ rug – “Ik heb pijnstillers en weet gelukkig heel goed wat ik wel en niet kan” – vroeg hij zijn dochter hem te helpen met de schoonmaak. Een ander comitélid haakte ook aan.
Een gewone klus is het zeker niet voor Klaas. “Ik voel daar iedere keer iets bij, het grijpt me bij de keel. Nu ik erover praat, merk ik dat het me weer emotioneert; dat we dit mensen hebben aangedaan.” Klaas werd lid van het 4 mei comité als eerbetoon aan zijn vader, “omdat hij vroeger de juiste keuze maakte.” Klaas’ vader zat in het verzet. “In 1942 werd hij opgepakt in Rotterdam, en in 1965 is hij uiteindelijk overleden. Ik was toen 13. Ik heb nooit met hem kunnen praten over die tijd. Er werd niet over gesproken.” (tekst gaat verder onder foto)
Klaas praat er wél over, bij elke kans die hij kan krijgen. Al poetsend op de knieën hadden de drie figuren natuurlijk wel wat bekijks in Bergen, “en ik spreek mensen die langslopen altijd aan. Dan vraag ik of ze weten waar ze naar kijken, het verhaal erachter kennen. Soms is het echt een eye-opener.”
Al met al was de klus met een uur geklaard. De stolpersteine glimmen weer als nieuw. “En krijgen de aandacht die ze verdienen. Het is een joodste traditie: zolang een naam nog gelezen of uitgesproken wordt, ben je niet vergeten.”