Er hing zondag een bijzondere geur rond de Ruïnekerk in Bergen. De geur van echte Soldatensoep. Begeleid door vrolijke klanken. En wie er onoplettend rondbanjerde was mogelijk blij met het opgehangen net. Dat voorkwam dat misgeschoten pijlen dingen raakten die beter niet geraakt kunnen worden. De Petrus en Pauluskerk was even weer terug in de middeleeuwen. (tekst loopt door onder de foto)
Wat wij nu kennen als de Ruïnekerk heet eigenlijk de Petrus en Pauluskerk. Het was 450 jaar geleden één van de grootste kerken van Holland. Best bijzonder omdat dat Bergen toen best klein was. Maar in 1422 bracht het Bloedwonder van Bergen daar verandering in. Een heus mirakel! Een stroom van pelgrims trok daarna naar het kustdorp.
De bestaande dorpskapel werd daarom vervangen door een echte kerk. De basis voor de huidige ‘ruïnestaat’ werd gelegd op 21 februari 1574. De kerk werd geplunderd en in brand gestoken door Geuzen. Het gebouw ging grotendeels verloren. De twee decennia erna werd de kerk deels herbouwd en kreeg het de naam “Ruïnekerk”. Ter herinnering aan de verwoesting bleef een stuk van het verwoeste deel staan. (tekst loopt door onder de foto)
En dat werd afgelopen zondag herdacht met een speciale dienst en activiteiten met een historisch thema. Eén van de publiekstrekkers was een tingieter die een mal had gemaakt voor een exclusieve penning met een afbeelding van de Ruïnekerk. Kinderburgemeester Tygo Fontijn hielp mee met het gieten van de eerste penning.
Streekstad Centraal fotograaf Marco Schilpp was van de partij en maakte een fotorapportage, die te zien is op de Facebookpagina van Streekstad Centraal.