Stichting Veldzorg, Staatsbosbeheer, Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, Museum BroekerVeiling en de gemeenten Heerhugowaard en Langedijk doen er samen alles aan om het Oosterdel te redden. “Dankzij financiële steun vanuit de gemeente zijn we inmiddels gestart met de eerste proef; het aanleggen van zinkstukken, ofwel wiepen”, vertelt Peter Wouda van de stichting aan mediapartner NH Nieuws.
Onderzoek van Inholland-studenten wees uit dat er schade is aan bijna vijftien kilometer oevers. En niet zozeer kreeften bleken de boosdoeners, maar woelratten, langsvarende bootjes en ook de wind. Zelfs golfjes van 3 centimeter zorgen al voor aanhoudende erosie op de veelal steile kanten. Op zoek naar goede oeverbescherming worden vier proeven gedaan: het aanleggen van wilgenwiepen, van beplante kokosmatten, rijshouten beschoeiing en van flauw aflopende oevers.
In het Oosterdelgebied gelden al eventjes aangescherpte regels voor schippers. Zo is varen verboden tussen zonsondergang en zonsopgang en voor gemotoriseerde vaart is een vergunning nodig.
Bij voorkeur nog voor het broedseizoen worden methoden onderzocht om de oevers te redden.”Vanuit een viertal proeven wordt de meest effectieve aanpak gekozen, maar het duurt minstens één tot twee jaar duren voordat er een knoop wordt doorgehakt”, licht Wouda toe.
Gemeenten Langedijk en Heerhugowaard trekken 57.400 euro uit voor de proeven. (foto: Gerrit Arkesteijn)