Met elke stap dichter bij de examenzaal, bonst je hart sneller in je borst. Vlagen koud zweet overschreeuwen je knikkende knieën. Het geroezemoes sterft af, terwijl de klok steeds luider lijkt te tikken. Iedereen gaat zitten. Snickers, mueslirepen en pakjes sap worden op tafeltjes uitgestald. Heb je wel een pen mee? Had je maar meer geleerd. Nee, je kan dit, je wéét dit. Toch?
Maandag startten de centrale examens van het voortgezet onderwijs. En ondanks dat de leerlingen van pakweg twintig jaar geleden anders zijn dan die van nu, is examenstress is iets van alle tijden, vertelt Sophie Versfeld, ondersteuningscoördinator van het Trinitas College in Heerhugowaard. Versfeld merkt een toename van leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. “We zien bijvoorbeeld vaker dat leerlingen black-outs ervaren tijdens een examen. En dat probeer je vooraf zo goed mogelijk te trainen: hoe ga je daar mee om?”
Voor Kas van der Veen (18) is een blanco hoofd ver van zijn bed. Streekstad Centraal sprak de vwo’er van het Alkmaarse Jan Arentz twee uur voordat zijn examen biologie startte. “Ik had verwacht dat ik heel gespannen zou zijn, maar ik voel ik me eigenlijk heel rustig.” Hij is dan ook goed voorbereid – “veel geleerd, gesport en ik heb ervoor gezorgd dat ik genoeg slaap pakte” – en staat er in de basis al goed voor. “Maar”, vult hij aan, “als ik eenmaal in het lokaal zit en de toetsen worden uitgedeeld, dan gaan de zenuwen wel komen, hoor.” (tekst loopt verder onder foto)
Deze generatie kent ook leerlingen die juist wat meer motivatie nodig hebben. “Het is belangrijk om ze op scherp te zetten, want ze moeten het wel serieus nemen”, zegt Michiel Ubas, teamleider van de bovenbouw op het Trinitas College in Dijk en Waard. “Daarin zie ik best wat veranderingen. Ik denk dat sommige leerlingen examens vroeger spannender en belangrijker vonden. Ik generaliseer natuurlijk enorm, maar je ziet het wel.”
“Dat komt omdat de wereld van jongeren nu groter is”, vult collega Versfeld aan. “Er is meer naast school wat ze belangrijk vinden. Vrienden waren altijd al een grote factor, maar ze hebben ook hobby’s, werk, sport, socials. En sommigen hebben zelfs al een eigen bedrijfje.” Al die extra dingen maakt focussen soms lastig. (tekst loopt verder onder foto)
“Deze generatie is onzekerder”, zegt Ubas. “Ze hebben in de onderbouw corona meegemaakt, maar moeten wél een volwaardig examen doen.” Goede adviezen en ondersteuning zijn daardoor extra hard nodig. “Nóóit opgeven, altijd íets op schrijven, ook als je het antwoord niet weet.” Leerlingen kunnen zodra ze thuiskomen de antwoorden online opzoeken en zien hoe ze het gedaan hebben. “Ik hamer er altijd op: bedenk of je dat wel écht wilt weten. Faalangstige leerlingen kunnen in paniek raken en alles opgeven, als ze veel fouten hebben gemaakt.”
Laura Komen denkt dat ze wel de antwoorden wil bekijken, want dan weet ze tenminste hoe ze ervoor staat. De achttienjarige loopt opgelucht en ietwat vermoeid door de klapdeuren van PCC Het Lyceum, waar ze haar examen biologie achterlaat. “Doodzenuwachtig, was ik. Vooral het moment dat ik ging zitten. Gelukkig had ze haar ‘lucky charms’ mee, zoals een kettinkje van haar zus. “Aandenkens van mensen die me supporten, die weten dat ik het kan. Als ik er dan even doorheen zit kan ik daaraan denken.” Laura omschrijft de aanloop naar het examen als een achtbaan: “Eerst ga je omhoog, de spanning bouwt op, en nu zit de eerste erop en valt het wel mee.” Dat beamen ook de twee jongens die net havo wiskunde A achter de rug hebben. “Goed te doen”, melden ze met een duim omhoog. (tekst loopt verder onder foto)
En nu? De mannen gaan naar huis. Leren, eten slapen. Laura hoopt in de tuin nog een stukje zon mee te pakken. Maar niet te lang, “want de NOS heeft in de avond spreekuren over examens zodat je nog de laatste tips kan meekrijgen.” Aan hun wil om te slagen zal het niet liggen. Nog twee weken buffelen, en dan is het voorbij.