Telers in het Alton-gebied in Heerhugowaard en achttien andere kassengebieden openden afgelopen weekend hun deuren voor het publiek. De 45 editie kwam wat rustig op gang door regenachtig weer, maar uiteindelijk trokken de 121 kassenbedrijven meer bezoekers dan vorig jaar; bij elkaar zo’n 160.000. “Nooit verwacht dat het zó groot was. En prachtig vind ik het, al die kleuren.”
Kom in de Kas is het grootste publieksevenement van de Nederlandse glastuinbouw. Bezoekers worden verrast door wat er allemaal wordt geteeld, en ook door de productiemethoden. Stefan Slijkerman van Slijkerman Kalanchoë in Heerhugowaard is goed bekend met het stereotype: “Soms associëren mensen kassen met je vingers in de grond in de prut, maar dat is het helemaal niet meer. Het is gewoon allemaal high tech, de allernieuwste technieken worden gebruikt. En ook bij ons, we maken fantastische mooie nieuwe genetica; nieuwe vormen, nieuwe kleuren. Dat is wat we willen laten zien aan de gewone consument.”
Duurzaamheid is zeker nu een belangrijk thema in de kas. Bezoekers konden er van alles over zien en horen. Van paarse led-verlichting tot zonnewarmtepanelen of aardwarmte, van inspecties met drones tot de inzet van onschadelijke beestjes tegen schadelijke beestjes. Ook probeerden bedrijven en scholen gericht op de agrarische sector mensen te interesseren voor een carrière in de sector.
“We hebben niet alleen mensen die plantjes inpakken nodig, maar we hebben ook technische mensen nodig, teeltspecialisten… We hebben op zo veel andere vlakken tegenwoordig mensen nodig. En vooral de jonge mensen die echt weten wat ze willen doen, ja die zien hier wat er allemaal gebeurt.” vervolgt Slijkerman. “Het mooiste van mijn vak is het creëren, het mensen inspireren met mooie nieuwe dingen, dat vind ik het allermooiste.”
Het evenement wordt mede mogelijk gemaakt door GroentenFruit Huis, Royal FloraHolland, Plantion, Interpolis en regionale sponsors. Meer op komindekas.nl. Volgend jaar is Kom in de Kas op 6 en 7 april.