Er rijden steeds meer elektrische auto’s rond en vanaf 2030 mogen er geen nieuwe modellen met een benzine- of dieselmotor meer de Nederlandse markt op. Wil gemeente Alkmaar aan de stroombehoefte voldoen, moet er gemiddeld eens per week een laadpaal bij. Dat staat in een memo van het college van B&W. “Begin 2024 zijn circa 400 laadpalen nodig om voor ieder adres binnen 150 meter een laadvoorziening te hebben.”
Begin 2021 reden er volgens het CBS zo’n 174.000 elektrische auto’s door Nederland. In oktober 2022 waren dat er al 310.000. In gemeente Alkmaar nam de hoeveelheid ‘getankte’ stroom tot en met 2019 langzaam toe naar 50.000 kilowattuur. Daarna volgde een steeds scherpere stijging naar 370.000 kWh in oktober 2022.
Volgens Chargemap zijn er 363 laadpunten in gemeente Alkmaar, en op veel plekken is de afstand tot woningen groter dan 150 meter. Het gemeentebeleid tot 1 januari 2024 beperkt zich tot het op aanvraag plaatsen van normale laadpalen op straat. Het college acht het noodzakelijk om ‘het speelveld’ te verbreden naar garages, privégarages en snelladers. “In het derde kwartaal van 2023 zullen we komen met nieuw beleid dat momenteel onder de werktitel ‘Laadkracht Alkmaar’ wordt voorbereid.”
Laadkracht Alkmaar bevat twee soorten uitbreidingen. Tot 2028 worden in buurten waar een tekort aan laadpalen is of ontstaat circa 300 laadpalen bijgeplaatst. Verder komen er extra palen in zes publieke parkeergarages. Omdat ze niet allemaal voldoende stroomcapaciteit hebben, wordt samen met gemeenten Haarlem, Almere en Lelystad gewerkt aan oplossingen.
Daarnaast worden twee nieuwe kaders opgesteld. Het college wil dat de gemeente meer invloed heeft op de plaatsing van snelladers. Nu wordt dit vooral gedaan door private partijen. Daarnaast stoort het college zich aan eigenaren van parkeerplekken die wel een laadpaal willen, maar niet op eigen terrein. Vooral Verenigingen van Eigenaren zouden moeilijk doen. “Afwentelen naar de straat is niet aan de orde. In dit gedeelte van nieuwe kaders zal worden beschreven welke middelen uit het bouwbesluit de gemeente kan en zal gaan hanteren.”