Terugrijdend naar huis stond een een automobiliste stil voor een open Leeghwaterbrug, toen twee kleine eendjes rondom de ronkende auto’s waggelden. Vastbesloten hen niet aan de verpletterdood over te geven, stapte ze uit de auto om de baby’s te vangen.
“Het was nog best spannend”, vertelt de automobiliste, “want de brug kon natuurlijk elk moment weer opengaan.” Een andere bestuurder had al tevergeefs geprobeerd de eendjes te vangen; ze verstopten zich steeds onder de auto’s. Uiteindelijk werd er één gepakt en niet veel later kon ook het broertje of zusje met zachte hand worden gegrepen. Moeder eend was nergens te bekennen.
“En toen stonden we met twee baby eendjes in de handen. En nu?” Ik neem ze wel mee, dacht de redder. “Een ritje dat ik niet snel zal vergeten.” Met geen doos om ze in te stoppen, verkenden de kuikens de auto op hun gemak. “Niet ongevaarlijk, natuurlijk. Ik dacht steeds: als er maar niet een onder m’n koppeling komt.” Gelukkig zijn alle eendjes zonder kleerscheuren aangekomen. (tekst loopt verder onder foto)
Eenmaal thuis kwam enkele uren later de dierenbescherming om de kleine eenden -die Nijlganzen bleken- ophalen. “Ze komen op een plek met allemaal andere pulletjes, waar ze lekker kunnen spelen en zwemmen”, werd er verzekerd.