Verkruimelende stenen Vredeskerkje maken plaats voor nieuwe: “Twee jaar geleden was het nog niet zo slecht als nu.”

Al meer dan 100 jaar doet de sluipmoordenaar zijn werk. Zout. Niet helemaal onopgemerkt, maar het resultaat schrijdt toch voort. Tot het echt niet meer verder kan. En dat is nu, zegt de muurpatholoog. “Toen ik hier twee jaar geleden was voor mijn onderzoek was het nog niet zo slecht als nu.”

“Muurpatholoog, dat heb ik eigenlijk zelf verzonnen voor mijn zaak”, laat Josepha Kemple Streekstad Centraal weten. Van origine is ze geoloog. En die expertise is prima toe te passen op ‘kunstmatige’ steensoorten. In Duitsland, waar ze vandaan komt, worden geologen zelfs regelmatig betrokken bij herstel van historische bouwwerken. “Historische muren hebben tegenwoordig heel veel problemen van optrekkend grondvocht, of zoutbelasting.” (tekst loopt door onder de foto)

Muurpatholoog Josepha Kempl aan het werk bij het Vredeskerkje in Bergen aan Zee (foto: Streekstad Centraal)

Zout en vocht zijn ook bij het kerkje uit 1918 de boosdoeners. Vanuit de bodem, maar vooral vanaf zee. “Op het moment dat zo’n muur weer droogt, dan blijven de zouten achter en die kristalliseren. Als die kristallen groter worden dan de poriënnetwerk dan kunnen bakstenen kapot gaan. We zien dat veelal terug in een soort verkruimeling.”

Een jaar of 25 geleden zijn zoutmetingen uitgevoerd, maar daarmee werd destijds weinig gedaan. “Twee jaar terug zijn nieuwe metingen gedaan. Uit de resultaten bleek dat de muren ondertussen tot op een diepte van zeven centimeter belast is met zout. Dat is een bouwschadelijke zoutbelasting. Het halfsteens buitenblad van de spouwmuur is maar tien centimeter dik.” Dan volstaat vers voegwerk volgens Kempl allang niet meer. (tekst loopt door onder de foto)

Wie beter kijkt ziet dat er flinke stukken muur aangetast zijn door het zout. (foto: Streekstad Centraal)

En dus worden de meest verweerde stukken muur vervangen, plus nog een halve meter er omheen. De nieuwe stenen komen van een familiebedrijfje dat ze nog met de hand maakt. “In dezelfde kleur, met een beetje betere kwaliteit.” Een metselbedrijf dat ervaren is in restauratiewerk voert de klus uit. Inmiddels is het geld voor de restauratie, zo’n 300.000 euro, door organisaties en particulieren bij elkaar gebracht.

Het Vredeskerkje is wel een beetje het favoriete object van Kempl. “Ik ben er inmiddels bijna drie jaar bij betrokken. Bij de stichting die de kerk beheert, daar krijg je heel snel de indruk dat je bij de familie hoort. Dat vind ik heel prettig. Het is een warmhartige club waar ik graag bij aanschuif. Dat maakt het project écht bijzonder. En bijzonder is ook dat de ingreep zo groot is.” De ingreep start in de week van 4 maart.