Bootjes varen net iets langzamer voorbij over het kanaal. Wandelaars vertragen hun pas. Fietsers stappen af, hun blikken onderzoekend. Wat is dit? Dichterbij gekomen wordt het duidelijk. Zijn houding; verslagen. Zijn gezicht verstopt. Het raakt. Zelfs als je niemand kent die ermee te maken heeft gehad. Maar eigenlijk kent iedereen wel iemand.
“Wauw. Heel indrukwekkend. Het is zo’n veelzeggend beeld.” Karin liep al eerder langs het immense beeld van de jongen in Overstad. Hij zit in elkaar gedoken. Zijn hoofd tussen de knieën, zijn gele jas met capuchon ver over zijn hoofd getrokken. Zijn wanhoop is voelbaar. “Eerst dacht ik, is er iemand gestorven?” Ze wijst naar de fotolijstjes vol blozende, jonge, veelal lachende gezichten, die binnen één dag door bezoekers bij het beeld zijn neergezet.
Kunstenares Saskia Stolz maakte het kunstwerk genaamd ‘stille strijd’, omdat ze in haar omgeving zo veel hoorde over jongeren met depressieve gedachten. Jongeren die geen uitweg meer zien. Iedere maand overlijden meer dan twintig mensen onder dertig aan zelfdoding. Het beeld reist door het land en vraagt hiervoor de aandacht. Aandacht voor de stille strijd die vele jongeren voeren, in de hoop een gesprek te openen. Sinds maandag zit de jongen in Overstad, vlak voor het Ringersgebouw. (tekst gaat verder onder foto)
Pal aan de overkant beginnen de eerste kermisattracties hun rondjes te maken. Een groter contrast bestaat haast niet. Daar, de poel van jolijt. En hier is het stil. Geen enkele voorbijganger kan er omheen. “Zo mooi dat het hier staat”, gaat Karin verder. “Dan is het benoemd, heeft het letterlijk een plek en vindt er misschien een gesprek plaats. Het ontroert me.” Zelf heeft Karin geen kinderen, “maar een vriendin van me wel. Je hoort het veel, dat jongeren depressief zijn. Die vicieuze cirkel waar ze in terecht komen. Iedereen denkt: dit heb ík, ik ben de enige. En dat is zo niet waar.” Alleen al alle geplaatste foto’s van door suïcide overleden jongeren, bevestigt dit.
“De foto’s maken het echt.” Bas en zijn gezin zijn sinds gisteren weer in Nederland, na negen jaar in Nieuw Zeeland te hebben gewoond. Dat dit beeld zo pontificaal bij de kade staat, is nogal een binnenkomer. “Ik herken het”, zegt hij, doelend op de houding van de jongen. “Dat jongeren zich zo kunnen afsluiten. En als je niet weet wat er speelt, kan het opbouwen en tot suïcide leiden.” Somberheid, angst, het zijn thema’s waar hij ook soms over praat met zijn kinderen. Bas’ vrouw vult hem aan: “Het komt ook gewoon veel voor en het komt steeds dichterbij.” (tekst gaat verder onder foto)
Iedereen kent tegenwoordig wel iemand die lijdt onder het leven, onder destructieve patronen die ondanks alle inzet maar niet verdwijnen. Deel het, zou de in elkaar gedoken jongen misschien zeggen, als hij kon spreken. Praat erover. Want iedereen kent strijd, al is het maar een klein beetje. En die strijd hoef je niet in stilte te voeren.
Tot en met 9 september is het kunstwerk te bewonderen. Kun je er ook iets bij zetten. Daarna reist het door naar Hilversum.