“Oh, daar ben ik echt verslaafd aan!” Die opmerking wordt vaker gemaakt dan we misschien zelf beseffen. Bijvoorbeeld als we het hebben over een lekkernij waar we maar niet vanaf kunnen blijven. Een echte verslaving is natuurlijk wel anders. Zeker als dit een verslaving aan middelen of activiteiten is die schadelijk voor jou kan zijn. Maar wanneer spreken we eigenlijk van een verslaving? Hoe kan je dit in jezelf en in een ander herkennen?
Criteria van een verslaving
Als we dit heel wetenschappelijk gaan bekijken, dan kunnen we enkele criteria gebruiken. Deze criteria zijn vastgesteld in de DSM-V. Dit is een boek dat wereldwijd wordt gebruikt voor het vaststellen van psychische aandoeningen. Daar moeten we wel de kanttekening bij plaatsen dat je niet direct aan alle criteria moet voldoen. Als je zelf problemen ervaart door zorgwekkend gebruik, dan is dit genoeg reden. Bovendien kan een gokprobleem zich bijvoorbeeld heel anders tonen dan een alcoholverslaving. Daarom is het belangrijk om de criteria als leidraad te nemen, maar hier niet geheel vanuit te gaan. Hierbij denken we aan de volgende criteria:
- Telkens weer mislukte pogingen als je weer hoopt te minderen of te stoppen
- Altijd meer of vaker gebruiken dan je gepland had
- Constant een sterke drang om te gebruiken
- Tolerantie voor een middel, waardoor je steeds meer nodig hebt om hetzelfde effect te behalen
- Door gebruik presteer je minder in het dagelijks leven (werk, school of privé)
- Door gebruik ben je zo druk dat je geen tijd meer vrijmaakt voor andere activiteiten die je vroeger graag deed
- Het optreden van ontwenningsverschijnselen als je een middel minder (vaak) gebruikt
Hoe herken je een verslaving bij anderen?
Het nare van een verslaving is dat je dit vaak verborgen probeert te houden. Uit schaamte of omdat je zelf niet het idee hebt dat je een probleem hebt. Een verslaving is hardnekkig. Het verandert het gezonde deel van je brein. Hierdoor kan je geen goede beslissingen meer maken. Je omgeving speelt dan ook een belangrijke rol in je herstel. Dat geldt uiteraard ook andersom. Als je vermoedt dat iemand in je omgeving verslaafd is, is het belangrijk dat je weet hoe je dit moet herkennen, hoe je het gesprek aanknoopt en wat je kan doen om te helpen.
Hoe je een verslaving herkent, is afhankelijk van welke verslaving het is. De symptomen van een cocaïneverslaving kunnen heel anders zijn dan die van mensen met bijvoorbeeld een gok- of seksverslaving. Daarom is het belangrijk om vooral je ogen en oren goed open te houden. Probeer opmerkelijk gedrag op te slaan. Hoe vaker dit soort dingen gebeuren, hoe groter de kans dat er ook iets mis is.
Het voornaamste signaal dat er iets mis is, is dat het gedrag van je dierbare gaat veranderen. Misschien zegt hij of zij veel afspraken af, doet hij andere dingen dan voorheen of is zijn karakter heel anders. Dit hoeft niet direct te betekenen dat er sprake is van een verslaving, maar is in elk geval een teken dat het niet lekker gaat.
De beste manier om dan te helpen is het gesprek aan te gaan. Niet met verwijten, maar enkel met zorgen. Geef je dierbare de kans om uitleg te geven voor het gedrag. Besef ook goed dat je iemand niet kan dwingen om hulp te zoeken. Die verantwoordelijkheid ligt altijd bij de persoon zelf. Wel kan je aangeven dat je er voor hem of haar wilt zijn en in welke vorm dit mogelijk is.