Organisatoren van regionale wielerrondes zijn gefrustreerd dat wedstrijden niet doorgaan en vrezen voor de toekomst van het amateurkoersen. Onder meer de Profronde van Noord-Holland krijgt geen vergunning, omdat er onvoldoende motoragenten zijn. De oplossing voor het al jaren durende probleem zou de inzet van burgermotorverkeersregelaars zijn en dat dit tot op heden nog niet gebeurt, is pure onwil. Dat zegt secretaris Herman Brinkhoff van de Vereniging Organisatoren Wielerwedstrijden tegen mediapartner NH Nieuws.
Gemeenten verlenen de vergunningen niet, met als belangrijkste reden dat de Landelijke Eenheid van de politie aangeeft niet genoeg gecertificeerde motoragenten, zogenoemde motards, beschikbaar te hebben. Dus kan de koers niet veilig worden georganiseerd.
Een zogenoemde motard, een opgeleide politieagent op de motor, leidt de wedstrijd in goede banen. Vaak doen er meer dan honderd wielrenners mee aan een koers over de openbare weg, komen er duizenden mensen kijken en daarvoor moeten bijvoorbeeld wegen worden afgezet.
Motards – bij een grote wedstrijd zijn dit er soms wel twintig – rijden zowel voorop als achteraan de race, maar ze gaan ook vooruit om bijvoorbeeld vluchtheuvels en borden te markeren met een vlaggetje of gevaarlijke situaties in te schatten.
Het capaciteitsprobleem bij de politie speelt al sinds 2018, toen er werd bezuinigd op motards, aldus het AD. Toen al trok de Vereniging Organisatoren Wielerwedstrijden aan de bel in de Tweede Kamer, met de vrees voor het voortbestaan van meerdere regionale amateurkoersen.
De oplossing van het probleem is volgens de VOW dat de helft van het benodigde aantal motoragenten tijdens koersen prima kan worden vervangen door gecertificeerde burgermotorverkeersregelaars (MVR’s), waarvan er in Nederland zo’n 250 zijn, aldus Brinkhoff. Alleen mag op dit moment wettelijk gezien alleen de politie een wielerwedstrijd begeleiden.
Afgelopen juni is er daarom tijdens een sportdebat een motie ingediend voor een wetswijziging waardoor gecertificeerde MVR’s wél koersen mogen begeleiden. Die motie werd unaniem aangenomen, maar daar is, tot grote onvrede van de wielerkoersorganisaties, tot nu toe nog niets mee gedaan.
Demissionair Minister Ferd Grapperhaus van Justitie en Veiligheid ging deze week in op Kamervragen over de problematiek bij de wielerkoersen. Hij erkent het groeiende probleem door een tekort bij de politie en zegt daarover in gesprek te zijn met de politie, de Koninklijke Nederlandsche Wielren Unie en organisatoren. Alleen wil hij eerst “de inzet van statische verkeersregelaars en verkeersmaatregelen evalueren”.
Grapperhaus schrijft dat, omdat er vanwege de coronapandemie afgelopen jaar geen regionale wielerkoersen plaatsvonden, het nu nog niet mogelijk is om een goed representatief beeld voor een evaluatie te krijgen. En dat duurt de koersorganisatoren inmiddels veel te lang.
“Het is pure onwil van de politiek en de politie. Die komen met smoesjes, maar moeten accepteren dat ook burgers kunnen helpen. Als de wet wordt aangepast is er gewoon een oplossing voor het capaciteitsprobleem van de politie en kunnen koersen in het vervolg doorgaan”, aldus Brinkhoff.
De organisatie van de Profronde van Noord-Holland liet woensdag al weten het een domper te vinden dat hun koers opnieuw niet door mag gaan. “Voor ons, voor de wielrenners, maar ook voor het verenigingsleven in Stompetoren is het een grote teleurstelling dat we voor het tweede jaar op rij de wedstrijd moeten schrappen”, aldus voorzitter Koos Venema.
Brinkhoff besluit: “Als dit zo doorgaat verwacht ik dat nog maar de helft van de amateurwedstrijden in de toekomst kunnen worden georganiseerd.”