Maandagavond werd in HAL 25 een debat georganiseerd door Bouwend Nederland. Alle partijen bleken bereid hun visie te delen waar het gaat om wonen, met in hun kielzog de nodige aanhang. Het werd daardoor gezellig druk, maar bleef helaas ook ijskoud. Dat de verwarming uitbleef en de temperatuur behoorlijk laag zorgde in de zaal voor een verbindend element terwijl op het podium de politieke degens gekruist werden.
Het meest uit elkaar liggende standpunt bleek de hoeveelheid sociale woningbouw te zijn: John van der Rhee van de VVD vind 15 procent voldoende omdat er ‘vooral voor de middeninkomens gebouwd moet worden’ om de doorstroming te bevorderen. Beiden vonden Jeroen van de Loo van de SP aan de andere kant van het spectrum, hij gaat voor 70 procent omdat anders de ‘dakloosheid enorm gaat toenemen’. De andere partijen gaan voor minimaal 30 tot 35 procent. Anjo van de Ven van OPA benadrukte vooral ‘bouwen met menselijke maat.’
De door de provincie opgelegde beperkingen wat betreft bouwlocaties konden maandagavond op weinig steun rekenen. “De provincie heeft de graspol heilig verklaard”, gooide Arie Epskamp van de Seniorenpartij Alkmaar twee keer op de debattafel. Hij vond een medestander in Matt Delahaij van Progressief Alkmaar die pleitte voor de realisatie van rijtjeswoningen in weilanden, maar ook voor hoogbouw in de stad. Ook John Hagens van Leefbaar Alkmaar ziet woningbouw ‘in het groen’ wel zitten omdat daarmee de leefbaarheid in kleinere kernen op peil blijft.
Kivilcim Pinar van de Partij voor de Dieren brak een lans voor extra duurzaamheidseisen bovenop de landelijke eisen ‘omdat we anders in de toekomst de rekening gepresenteerd krijgen’. Hij kreeg maar weinig bijval van de andere partijen die de landelijke regels voor duurzaam bouwen voldoende vinden.