Minder bezoekers, vergrijzing en concurrentie van het internet: vooral voor ondernemers in de non-food valt er op de markt steeds minder te verdienen. Ook op de markt in Heiloo zijn er marktlieden die het opgeven, vertelt Monique Smid op NH Radio. “Steeds meer ondernemers besluiten ermee te stoppen.”
Monique Smid staat met een hobbyspullenkraam op de markt en ziet het aantal bezoekers al jaren afnemen. “Vooral bij de non-food lopen de omzetten terug. Dat kunnen we maar deels wijten aan corona, want dat online bestellen is al veel langer de trend. Het zijn vooral ouderen die op de markt komen. Jongeren hebben daar geen tijd meer voor, want die werken overdag. Tegenwoordig zijn we ook allemaal tweeverdieners.”
Minder bezoekers betekent minder omzet. Veel marktkooplieden besluiten daarom ook te stoppen, vertelt Smid. Maar zelf de handdoek in de ring gooien, daar piekert ze niet over. “Ik vind het zelf nog hartstikke leuk. Omdat ik het met zoveel plezier doe, wil ik juist op de markt blijven. Een struinplek bieden aan mensen waar ze naartoe kunnen, in plaats van altijd maar dat internet.”
Marion Michiels staat met horloges en sieraden op de markt in Heiloo, maar in Hoorn Kersenboogerd en Leeuwarden is ze gestopt. Ze moet nog twee jaar werken en dat zingt ze naar eigen zeggen wel uit, maar over de toekomst van non-foodkramen op de markt heeft ze grote zorgen. “We staan minder dagen dan vroeger omdat het een luxeproduct is en mensen de hand graag op de knip houden. Het wordt gewoon heel moeilijk om op de markt nog je brood te verdienen. Met jaarmarkten en braderieën probeer ik wat meer winst te maken.”
Toch is het nog best druk op de markt voor een woensdagochtend, merkt verslaggever Samanta de Groot op. “Het is ook gewoon een ochtendje uit voor mensen”, reageert Michiels. “Even een kopje koffie doen en dan verse groenten, fruit, brood en een blok kaas halen. Het zou heel jammer als dit zou verdwijnen, het geeft zo’n gezellige sfeer. Dan wordt het hier straks net zo stil als in de winkelstraten met al die leegstaande panden.”
Om het tij te keren hoopt ze dat ook jongere generaties gaan inzien hoe belangrijk de markt is voor een stad of dorp. “We moeten samen de markt niet laten verdwijnen en daarvoor hoeft het echt geen cultureel erfgoed te worden. Jong en oud moet de markt weer gaan bezoeken.”