Ongeveer acht miljoen gulden van het losgeld dat is betaald na de ontvoering van Freddy Heineken in 1983, is in casino’s en bordelen in Alkmaar en Amsterdam gestoken. De zussen van Willem Holleeder, een van de Heineken-ontvoerders, hebben dat onlangs verklaard tegenover justitie. Dat meldt het tv-programma EenVandaag op basis van verklaringen die zij hebben ingezien.
In 2007 werden in het kader van het Goudsnip-onderzoek in het binnen- en buitenland acht arrestaties verricht. De opgepakte mensen werden ervan verdacht het “kwijtgeraakte” losgeld te hebben witgewassen. In 2011 richtte het onderzoek zich op de zus van één van de Heineken-ontvoerders. Zij besloot te schikken met het OM en betaalde een bedrag van 1,1 miljoen, ook legde zij een schriftelijke verklaring af. Volgens zus Sonja is het geld destijds verstopt in een bos bij Parijs. Een jeugdvriend van de bekendste Heineken ontvoerder Willem Holleeder, Robbie Grifhorst, zou dat geld hebben geïnvesteerd in bordelen en gokhallen zodat het werd ‘witgewassen’. Holleeder en zijn handlangers hebben altijd gezegd dat de verdwenen acht miljoen is verbrand. De resterende 27 miljoen gulden die zijn betaald om de biermagnaat vrij te kopen, waren al terecht. Justitie probeert al jaren te achterhalen wat er met de ontbrekende miljoenen is gebeurd.
Naar aanleiding van de berichtgeving in 2007 wilde burgemeester Bruinooge 92 peeskamers op de Achterdam laten sluiten wegens de vermeende link met de Heineken-ontvoering. Volgens de rechter was hier geen enkel bewijs voor en gemeente Alkmaar moest de zaak in heroverweging nemen. De gemeente ging in hoger beroep bij de Raad van State. Op basis van een integriteitsonderzoek van bureau Bibop bleef Bruinooge bij zijn standpunt om geen nieuwe vergunning te verlenen. In 2011 gaf de Raad van State de gemeente gelijk, door de uitkomst van het onderzoek van de Bibop. De kamers die met het geld van Cor van Hout, één van de Heineken-ontvoerders gefinancierd zouden zijn moesten dicht. Er bleven 69 kamers over.