Afgelopen maandag heeft Provinciale Staten tijdens de voortzetting van de vergadering van 6 november een voor Heerhugowaard belangrijk besluit genomen. Dat besluit omvatte goed nieuws en minder goed nieuws.
Er werd unaniem ingestemd met een investering van bijna 17 miljoen euro voor het programma OV knooppunten. Het gaat om investeringen om “projecten rond ontwikkeling van gebieden rond een selectief aantal stations tot hoogwaardige locaties voor wonen, werken en recreëren op gang te brengen of het laatste zetje te geven”. Dat is het goede nieuws.
Van die 17 miljoen euro wil Heerhugowaard graag 6 miljoen gebruiken om het gat in de begroting voor de herinrichting van de Zuidtangent mee te dichten. En dat is waar de schoen nog wel een beetje wringt.
Er is namelijk ook een amendement aangenomen dat aan het besluit toevoegt dat elk van de OV-Knooppunten waarbij sprake is van een provinciale cofinanciering, zoals in Heerhugowaard, deze financiering eerst moet worden voorgelegd en besproken in de commissie Mobiliteit en Financiën van Provinciale Staten.
En dat lijkt minder goed nieuws. Het kan niet alleen een significante vertraging opleveren maar er zijn ook signalen dat de door Heerhugowaard gewenste 6 miljoen wel meteen een flinke punt uit de taart gevonden wordt. Op 28 november moet de gemeenteraad van Heerhugowaard een beslissing nemen over het beschikbaar stellen van de benodigde 24,6 miljoen, waarvan 6 miljoen dus nog niet gedekt is.
Een kans dat de provincie voor die tijd de ontbrekende gelden toezegt is er eigenlijk niet. De provincie wil het hele plan eerst met de gemeente doornemen en kijken of er eventueel (ook) geld beschikbaar is vanuit het Rijk, Prorail of de NS.