De Alkmaarse gemeenteraad lijkt, zei het met gemor, in te gaan stemmen met het collegevoorstel om de regionale ambities voor Poppodium Victorie in stand te houden. De hoofdpijnkwestie zal veel extra geld kosten: 424.000 euro meer op jaarbasis en 1,1 miljoen om het huidige begrotingsgat te dichten. En misschien nog eens 110.000 euro extra voor vervanging van materialen. Alleen de OPA-fractie pleitte voor het verlagen van de lat. Een definitief besluit over de toekomst van Victorie volgt later deze maand.
Poppodium Victorie draait lekker sinds het begin en trekt nog steeds meer bezoekers aan op weg naar een functie als regionaal poppodium. Maar ondanks dat en riante gemeentesubsidie (bijna 8 ton in 2017), kwam de organisatie diep in de rode cijfers. Langeveld Consultancy concludeerde dat de exploitatie veel duurder uitvalt dan geraamd. Dat leverde dan ook verontwaardiging en vraagtekens op, onder andere donderdag in de raadzaal.
Anjo van de Ven, voorheen verantwoordelijk wethouder, verdedigde zich door te weer te verwijzen naar de kostenraming van een gerenommeerd bureau, waar het college destijds de besluitvorming op baseerde. Opvolger Christian Braak beaamde dat vanuit het college en ook de raad kennelijk niet scherp genoeg was opgelet op hoe Victorie aan de hoge verwachtingen moest voldoen, terwijl de aandacht gericht was op de vestigingslocatie.
OPA, juist de fractie van Van de Ven, pleitte voor een meer behouden koers om ‘eerst maar eens te settelen’ en meer focus te richten op andere culturele instellingen waar optredens worden gehouden. Want ook met het extra geld wordt het voor Victorie niet makkelijk rond te komen. Het college wil dat de organisatie zelf 110.000 euro reserveert voor afschrijving van apparatuur en dergelijke, door middel van kostenbesparing, bijvoorbeeld door een slimme personele bezetting. De PvdA wil ook dat er aan kostenbesparing gedaan wordt, maar om ademruimte te creëren, heeft de fractie liever dat de gemeente spaart voor vervanging van spullen.