Vijf van de zeven nieuwe Alkmaarse wethouders wonen niet binnen de gemeente. Dit geldt ook voor Nicole Mulder, de eerste ‘locoburgemeester’ en vervanger van Anja Schouten op het moment dat zij verhinderd is. Dit kon rekenen op kritiek van de oppositie, die vindt dat het belangrijk is dat zij snel in Alkmaar kan zijn. Mediapartner NH Nieuws zocht uit of het onwenselijk is om wethouders van buiten de gemeente te hebben.
In de landelijke wetgeving staat dat wethouders in principe binnen de gemeente moeten wonen waarin zij werken. Wel kan de gemeenteraad ervoor kiezen wethouders dispensatie te verlenen voor het feit dat zij ergens anders wonen. Dit moet ieder jaar opnieuw gebeuren. De raad heeft dit nu voor de eerste keer gedaan en alle zeven wethouders zijn vorige week donderdag beëdigd.
De Onafhankelijke Partij Alkmaar (OPA) stelde afgelopen week wel vragen aan het college over de woonsituatie van de wethouders. In het bijzonder die van Mulder. OPA geeft aan ‘uit de toelichting op de wet te hebben begrepen dat de wetgever het belangrijk vindt dat de eerste loco in Alkmaar woont’. “Dit om adequaat de burgemeester te kunnen vervangen bij diens afwezigheid”, aldus de partij. Volgens OPA kan het ‘ver buiten de stad wonen consequenties hebben voor piketdiensten die nog wel eens rouleren in het college’. “Bij een grote brand moet een locoburgemeester snel ter plaatse kunnen zijn”, licht de fractie toe.
Julien van Ostaaijen is docent Bestuurskunde aan Tilburg University en gespecialiseerd in het wethouderschap. Hij vertelt dat het ‘niet voor niets is’ dat in de wet staat dat wethouders binnen de gemeente moeten wonen. Maar, geeft hij aan, de raad kan besluiten dat er zwaarwegende redenen zijn om een wethouder van buiten de gemeente aan te stellen. “Als partijen menen dat dat een goede zaak zou zijn, is dat aan de raad.”
Er kunnen volgens Van Ostaaijen nadelen kleven aan het aannemen van wethouders van buiten de gemeente. Bijvoorbeeld op het gebied van herkenbaarheid, betrokkenheid en de tijd dat het kost om iemand in te werken. “Sommige inwoners vinden het fijn als een wethouder een bekend gezicht is binnen hun gemeente”, geeft hij aan. Daarbij kunnen inwoners volgens hem het idee hebben dat een wethouder minder betrokken is wanneer diegene geen onderdeel uitmaakt van hun gemeenschap: “Je kunt betrokkenheid ook van buitenaf laten zien, maar het is makkelijker wanneer je al binnen die gemeente woont of gewerkt hebt.”
Tot slot kan het volgens Van Ostaaijen langer duren voordat een wethouder van buitenaf goed ingewerkt is, ‘hoewel dat er natuurlijk ook vanaf hangt in hoeverre iemand een gemeente al goed kent’.
Aan de andere kant zijn er volgens de docent ook ‘genoeg situaties te bedenken’ wanneer het juist goed is om een wethouder van buiten de gemeente aan te stellen. “In gemeenten waar bijvoorbeeld veel gedoe is geweest in het verleden worden vaak wethouders van buiten aangesteld omdat zij meer distantie hebben.” Maar ook het ‘steeds zwaarder worden van het wethouderschap’ is volgens hem een goed argument om elders te zoeken: “Vooral in kleinere gemeenten kan de vijver om uit te vissen klein zijn. Dan gebeurt het vaker dat partijen echt op iemands kunnen selecteren, niet op waar iemand vandaan komt.”
De Wethoudersvereniging – een belangenvereniging voor wethouders – ziet de wetsbepaling waarin staat dat wethouders moeten wonen binnen de gemeente waarin zij werken het liefst helemaal verdwijnen. “Wij begrijpen dat je als raadslid, als volksvertegenwoordiger, in de gemeente moet wonen”, vertelt een woordvoerder. “Maar als wethouder maakt het eigenlijk niet uit waar je woont.” Wethouders hebben het ‘steeds zwaarder’, aldus de woordvoerder. Dit heeft volgens haar deels te maken met het toegenomen aantal taken van wethouders – ‘terwijl daar eigenlijk niet genoeg geld voor is’. Ook is het beroep volgens haar steeds complexer. “Gemeenten krijgen steeds moeilijkere vraagstukken op hun bord. Die vragen veel inhoudelijke kennis. Of je die goed kunt uitvoeren, heeft niets te maken met waar je bed staat.”
Ook zou het niet moeten uitmaken of de eerste vervanger van de burgemeester niet in de gemeente woont, aldus de woordvoerder. “In grote gemeenten kan het ook lang duren voordat een wethouder ergens is. Bovendien zijn er regels voor hoe snel je ergens moet kunnen zijn.” Volgens de woordvoerder kunnen inwoners ‘erop vertrouwen’ dat dit onderwerp van gesprek is geweest binnen de coalitie’.
In hoeverre het problemen kan veroorzaken dat een wethouder niet binnen de gemeente woont, ligt volgens Van Ostaaijen ‘helemaal aan de instelling van de wethouder’. “Ben je bereid veel in je werk te investeren en in de gemeente aanwezig te zijn – niet alleen wanneer dat echt moet? Dan hoeft het helemaal geen probleem te zijn.” Hij benadrukt dat het ‘uiteindelijk helemaal aan de raad is’.