Waar eerder twee panden stonden, is nu een gapend gat tussen de huizen in de Alkmaarse Boterstraat. Er wordt nauwkeurig gegraven, geveegd en genoteerd: archeologen zijn er bezig met een opgraving die hen meer moet vertellen over het vroegere leven op die plek. “Als we op donkere grond stuiten zitten we goed; letterlijk de dark ages”, lacht stadsarcheoloog Nancy de Jong.
Voorzichtig schraapt een graafmachine lagen af van het zand waar mogelijk historische resten onder liggen. Gaat de hand van een archeoloog omhoog, dan stopt de machinist onmiddellijk. Met een schep, troffel en bezem wordt dan verder gekeken of er bijzondere zaken te zien zijn. Altijd wanneer er in de oude binnenstad van Alkmaar bouwwerkzaamheden zijn, wordt de expertise van de stadsarcheologen ingeroepen. Zo ook in de smalle Boterstraat, een zijstraatje dat de Langestraat met de Laat verbindt. Twee panden zijn daar gesloopt. En voor er weer gebouwd wordt, krijgt het team van stadsarcheologen de ruimte om onderzoek te doen.
“We duiken hier in de late middeleeuwen, ik denk we uiteindelijk zo rond 1350 uitkomen”, vertelt Nancy de Jong aan mediapartner NH Nieuws. Wat ze precies zullen vinden, is altijd een verrassing. “Maar er lijkt hier een veel groter huis te hebben gestaan dan verwacht. We hebben een oude waterkelder gevonden, waar mensen vroeger hun drinkwater in opsloegen. En iets verder naar achter stuitten we op een stenen muur. Ik denk zo van rond 1575-1625. Dat moet de oude achtergevel zijn.”
En nog een stukje verder naar achteren, en weer iets dieper in de grond, ligt nog een mooie verrassing. “Die dikke zwartgrijze laag die je daar ziet”, zegt ze wijzend naar een donkere streep met daaronder een vloer van bakstenen. “Dit is een middeleeuwse haard, maar die is dan weer een stuk ouder: tussen 1350 en 1450.”
“Weet je, er wordt in Alkmaar al zo lang op een en dezelfde plaats gewoond, dat de hele geschiedenis eigenlijk in een pakketje van één meter te vinden is. Daardoor ga je met je schep zo door meerdere eeuwen heen. En het zit allemaal over en door elkaar heen, dus het is een soort puzzelen voor gevorderden.”
Maar de afstand van de straat naar de vindplaats van de haard, verrast Nancy nog het meest. “We zitten hier op zeker 19 meter vanaf de Boterstraat. En we denken nu dat dit huis toch behoorlijk groot moet zijn geweest. In die tijd stonden vooral aan de Langestraat de grootste woningen, de zogenoemde stadskastelen. Hier en op andere plekken stonden vooral houten huisjes. Maar dat kan dus anders geweest zijn.”
Of dat ook zo is, valt of staat met het vinden van een stenen zijmuur. “Als we die hier vinden dan hebben we echt te maken met een heel groot huis. Dan woonde hier toch iemand met enig aanzien: patriciërs, de gegoede middenstand. We hebben hier verderop ook al eens zo’n groot huis gevonden, en dan nu mogelijk weer. Ja, dan moeten we het verhaal de Boterstraat toch een beetje bijstellen. Hier was vroeger een botermarkt, vandaar de straatnaam, maar daarvoor was het dan toch een rijker straatje.”
Voor hun zoektocht hebben de archeologen in totaal vijftien werkdagen. Ze zijn nu ongeveer halverwege. “Als het inderdaad zo’n groot huis blijkt te zijn, dan hebben we al die tijd ook echt nodig om alles in kaart te brengen.”
En daarna? “Zand erover. En dat is niet erg, dat gebeurt al eeuwen. Maar we hebben het dan vast kunnen leggen en kunnen met die informatie het beeld over Alkmaar in die tijd steeds een beetje aanscherpen en verbeteren.”