Het voelt voor sommige mensen in Heiloo als een besluit in beslotenheid. Een middelvinger uit Den Haag. Vuisten gaan omhoog en er vloeit een traan. Bij de bijeenkomst woensdagavond over een groep asielzoekers in het Fletcher Hotel lopen de gemoederen hoog op. “Mosterd na de maaltijd”, noemt burgemeester Mascha ten Bruggencate het beestje maar meteen bij de naam.
Toch zit de Witte Kerk vol met inwoners met vragen over de tachtig vluchtelingen die onverwacht zijn ondergebracht in het bekende hotel aan de Kennemerstraatweg. Zij wisten van niks, de gemeenteraad wist van niks en zelfs Peter van Veen, de inmiddels 82-jarige oprichter van voorloper Kwartje Koffie en nog steeds eigenaar van het gebouw, moet het nieuws vrijdag uit de media vernemen. “Nogal onfatsoenlijk”, noemt zijn dochter het. “Mijn vader is al oud en ik heb hem afgeraden te komen. Hij zou dit niet aankunnen. Het pand zal er niet beter van worden en de reputatie ook niet.”
Burgemeester Mascha ten Bruggencate moest het woensdagavond meerdere keren uitleggen aan de mensen die haar de afgelopen dagen online uitmaakten voor rotte vis. “Hoe het COA dit aanpakt, is voor mij ook best wel nieuw”, zo laat ze weten. “Ik kreeg een appje, heb toen het college ingelicht en onderzoek gedaan of deze groep mannen een bedreiging is voor de openbare orde en veiligheid. Dit zou de enige grond zijn waarop ik het kan tegenhouden. Maar de aanwijzingen waren er niet en dus heb ik het niet verboden.”
Van het Fletcher Hotel is helemaal niemand aanwezig en daar is woensdagavond in de Witte Kerk maar heel weinig begrip voor. Een inwoner uit Heiloo verwijst cynisch naar een eerdere uitspraak die de CEO van de keten deed over de opvang van de asielzoekers in Heiloo. “Ze zijn toch zo maatschappelijk betrokken? Waar zijn ze nu dan?” Het gevoel heerst dat het hotel met deze deal vooral veel geld verdient. “En wij zijn de dupe.”
Het COA is er wel en moet dus de meeste vragen beantwoorden, zo meldt mediapartner NH Nieuws. Locatiemanager in Heiloo Majelle Slenters heeft het publiek niet bepaald mee. Ze vertelt dat de asielzoekers gemiddeld veertig jaar oud zijn en voornamelijk komen uit Syrië. “Het zijn geen gelukszoekers, zoals sommigen worden genoemd. Het zijn allemaal vluchtelingen waarvan de kans op asiel heel groot is. Het worden toekomstige medeburgers van Nederland en ze willen meedoen in de samenleving. We houden dossiers bij en als ik daar naar kijk zie ik geen grote problemen.” Als de locatiemanager vertelt dat de vluchtelingen ‘heel blij zijn om in het hotel te zijn’ barsten de mensen uit in een cynische lach.
Er blijkt bij een aantal inwoners nogal wat wantrouwen te zijn richting de lokale politiek. Die voelden zich al in een hoek gedrukt toen er eerder dit jaar werd besloten dat er tientallen Oekraïners in de gemeente zouden worden opgevangen. Een vrouw in de kerk krijgt applaus na de vraag: “De fracties zeiden toen unaniem: de bewoners zijn niet goed en tijdig geïnformeerd en dit mag nooit meer gebeuren. Waarom is het wel weer gebeurd?” Ook klinkt er frustratie over eigen problematiek. “Ik werk in de gezondheidszorg hier en we moeten dagelijks oudere mensen uit Heiloo weigeren. We krijgen het personeel niet eens rond. Waarom lukt het voor deze mensen dan wel?”
Dan is er angst. Misschien wel angst voor het onbekende of het enige dát ze kennen. Een moeder deelt haar verdriet over haar tienerzoon met alle aanwezige. “Hij is vorig jaar bedreigd door een groep, moest over de grond kruipen, er is met een elektrische fiets op hem ingereden. De daders die haar zoon belaagden zouden minderjarige statushouders zijn. “Er is ons door jeugdwerkers verteld dat deze jongens een oorlogstrauma hebben. Mijn kind is veertien en bang. Bang dat er een donkere jongen komt. Hij zit hier in een land zonder oorlog, maar met een trauma.”
“We zullen er zijn”, reageert de enige in uniform aanwezige politieagent Bauke van Dijk. Hij gaat naast Van Bruggencate staan en probeert wat nuance in het gesprek te brengen. Na de persoonlijke noten van een aantal lopen de emoties bij sommigen hoog op. “Ik roep op om de menselijke maat te laten gelden. In Heiloo ligt de verantwoordelijkheid voor de veiligheid in en rondom het hotel in eerste instantie bij het COA. Daarom zijn er 24/7 beveiligers aanwezig. Ook is er een telefoonnummer en mailadres.”
“Ik heb van de week al gebeld en ben keurig geholpen”, brengt een aanwezige inwoner iets positiefs in. Anderen geven aan wel degelijk te willen meedenken. “Wat kunnen wij doen om dit te laten slagen?” De COA-locatiemanager reageert: “Jezelf zijn. Deze mensen verwelkomen als buren. Ik wil graag meerdere inloopochtenden met koffie organiseren.” Slenters benadrukt nogmaals bepaalde gevoelens van de aanwezigen te begrijpen.
Na de bijeenkomst staat wethouder sociaal domein Antoine Tromp met zijn notitieblok in de hand. “Ik heb meegeschreven. Er is veel onwetendheid, maar dat verbaast me niet. Ik denk dat het vooral helpt als we deze mensen een gezicht geven, laten meedoen in de samenleving.”