Wie maandag met de hond ging wandelen rond de Munnikkenweg, werd op sommige paden even tegengehouden. “We doen onderzoek met een drone”, legden medewerkers in oranje hesjes uit. “Die wilt u niet op uw hoofd krijgen. Kleine kans dat dat gebeurt, maar toch.” En dus liepen de Oudorpers dan maar even een ánder rondje, al liet een enkeling zich niet tegenhouden en werden alle waarschuwingen genegeerd.
Eén van de medewerkers in oranje hesjes blijkt stadsarcheologe Nancy de Jong. Streekstad Centraal sprak haar deze zomer nog in het depot aan de Bergerweg en toen ging het al kort over de bijzondere sporen die in de Oudorperpolder liggen. Maandag troffen we haar dus op locatie, zij het zonder opgraving. “Wat we hier nu doen kan zonder graven, we gebruiken verschillende camera’s.”
Die camera’s hangen onder de drone, die snorrend boven de koeien zwiert. “De drone vliegt een voorgeprogrammeerd rondje”, legt De Jong uit. “Dat hebben we dus van tevoren al bepaald. Hij gaat van de Middelburg naar de Nieuwburg en weer terug. Het stuk bij het klooster is minder interessant, dat is afgezand, maar hier hoop ik sporen van de oude Munnikenweg terug te zien.” Daarmee zijn we meteen in de werkelijkheid van de middeleeuwen beland. Door de ogen van De Jong ziet de Oudorperpolder er helemaal anders uit. “De Munnikenweg liep niet zoals ‘ie nu loopt, dat rechte stuk komt uit 1872. Eigenlijk slingerde de weg, dáár, en dan zó.” Ze wijst in de richting van de Stellingmolen, het straatje waar in het plaveisel nog te zien is dat er ooit een klooster stond. Vanaf dat klooster ging de weg dan naar de Nieuwburg, het vroegere kasteel waarvan de contouren zichtbaar zijn gemaakt. (tekst gaat door onder de foto)
“De weg was ook een dijk, je moet je voorstellen dat in die tijd het veen zakte, het water steeg, de mensen lieten hun route niet meer door de natuur bepalen, ze legden zelf dijken aan.” Het was een beetje redden wat er te redden viel. De Munnikenweg liep precies om het klooster heen, mogelijk dus om dat te beschermen; aan de andere kant rukten Vroonermeer en Zwijnsmeer op. “Bij de Middelburg, tegenover het schooltje lag die, was een haventje.”
De Jong deed eerder al onderzoek bij de Middelburg. Zo kwam ze ook op het spoor van de vroegere Munnikenweg, die op luchtfoto’s wel te herkennen valt, maar niet heel precies. Met de drone kan er veel meer detail worden vastgelegd, legt Jitte Waagen uit. Hij bestuurt de drone en doet onderzoekt naar de mogelijkheden van drones voor archeologisch onderzoek. “Ik ben op dit moment de enige in Nederland die dit doet”, vertelt Waagen. “De beelden die we vandaag met de drone maken zijn twintig keer preciezer dan wat er eerder met vliegtuigen is gemaakt. De drone vliegt op zo’n 70 meter boven het maaiveld.” (tekst gaat door onder de foto)
De eerste vlucht, om 10 uur ‘s morgens, wordt met een ‘lidar’ gedaan. Die scanner legt met behulp van laser nauwkeurig de contouren in het landschap vast. Om 12 uur volgt dan een vlucht met een camera die onder meer infrarood vastlegt. “Die gebruiken we om de staat van het gewas te controleren”, vertelt Waagen. Want het gras reageert op wat er in de ondergrond zit. Als daar steenresten zitten, ervaart het gras ‘stress’ en kleurt het net iets anders, groeit het net iets anders. De drone maakt ook nog een 3d-beeld en ‘s avonds worden er warmtefoto’s gemaakt.
“Die warmtefoto’s laten goed zien waar de grond het eerst afkoelt en waar er warmte vast wordt gehouden”, zegt Waagen. “Als er bakstenen in de grond zitten koelt het minder snel af.” De Jong kijkt een stukje verderop naar de koeien, die weinig onder de indruk zijn van wat er boven hen gebeurt. “Die koeien zijn wel een beetje een stoorzender”, zegt ze. “Die geven heel veel warmte af. Als een koe ergens heeft gelegen zie je dat terug in de warmtebeelden.” (tekst gaat door onder de foto)
Alle opnamen samen geven een ongekend gedetailleerd beeld van de Oudorperpolder. “Ik hoop dat we nog wat andere bebouwing terug gaan vinden”, zegt De Jong. De loop van de Munnikenweg verwacht ze in ieder geval wel terug te gaan zien op de beelden. “Als je hier zo staat zie je hem eigenlijk al liggen”, wijst collega-archeoloog Peter Bitter. In het veld tekent zich een verhoging af, subtiel, maar onmiskenbaar.
Zo komen de Oudorper middeleeuwen tot leven, in kleur en reliëf – maar nog niet meteen. “Het is nog echt handwerk hoor. Helaas!”, lacht Waagen. “Al die verschillende data moeten we over elkaar leggen. Dat doe ik ook samen met Nancy. Dat gaat nog wel even duren.” Een half jaar, misschien wel negen maanden: Oudorp moet nog even wachten. Maar dan ligt er een rapport dat de geschiedenis van het dorp en zijn omgeving mogelijk herschrijft.