Alleen woonwagenbewoners met familiebanden op de Alkmaarse kampen maken straks kans op één van de 31 nieuwe plekken die de gemeente gaat creëren. Sommige reizigers staan al meer dan 25 jaar op de wachtlijst, maar vallen nu alsnog buiten de boot. Zo ook Kees, Pia en Bertus, die al maanden op hun ‘protestkamp’ op het industrieterrein in Oudorp staan. “Je wordt elke keer op je hart getrapt”, reageert Kees.
Want na 35 jaar gemeentelijke passiviteit lijkt de kogel nu door de kerk: binnen drie jaar komen er 31 nieuwe standplaatsen bij voor Alkmaarse woonwagenbewoners. In het nieuwe beleid zijn onder meer afspraken gemaakt over het toewijzen van de standplaatsen. Alleen reizigers die afstammen van een Alkmaars kamp of daar familie hebben wonen, maken straks kans. Tientallen reizigers die op een wachtlijst van standplaatsverhuurder Woonwaard stonden, worden daarmee eenvoudigweg buitenspel gezet. De lijst bevatte zo’n honderd aanvragers.
Volgens wethouder Jasper Nieuwenhuizen is er vanwege de schaarste toch echt regulering nodig. Ook zou de die lijst van Woonwaard “nooit enige status” hebben gehad, stelt hij. “Het was slechts een inventarisatie.” En dat komt hard aan bij Kees (71) en Pia (65), die samen al 29 jaar op die lijst staan. Naast hen zit de 51-jarige Bertus, ook hij wacht al meer dan 25 jaar op een standplaats. “Inmiddels is mijn broer overleden, en mijn moeder en mijn vader.” Dat familiebloed belangrijk is draagt Bertus duidelijk uit. De naam van zijn broer prijkt op zijn hand en zijn moeder op zijn borst. “Mijn moeder zit in mijn hart en mijn vader zit in mijn hoofd”, zegt Bertus, wijzend op de tatoeage op zijn hoofd.
Uit protest streek het groepje vorig jaar november neer op een terrein aan de Alexander Fleminkstraat in Oudorp. “We zijn jarenlang in een hoek getrapt en nu weer. Het wordt hoog tijd dat we een plekje krijgen”, reageert Kees tegen mediapartner NH Nieuws. Op het bezette terrein staan een paar grote caravans, twee watertanks en er is een keukentje, waar Pia elke dag kookt voor het hele kamp. “We doen alles samen”, vertelt ze. “Het eten betalen we met zijn vieren en we drinken elke dag een bakkie koffie. We zorgen voor elkaar, kunnen op elkaar terugvallen. Zoals twee weken geleden, toen mijn hondje overleed. Dan vangt iedereen je op.”
Op die eerdere wachtlijst voor woonwagenbewoners, bijgehouden door Woonwaard, stond Bertus inmiddels op nummer twee. Maar doordat Alkmaarse woonwagenbewoners en familieleden volgens het nog aan te nemen toewijzingsbeleid voorrang krijgen, verliest hij die plek. “Ach, ik gun ze hun plek. Het is niet de eerste keer dat ik wordt genaaid”, zegt hij gelaten. Bertus werd geboren op een Alkmaars kamp, maar die locatie bestaat niet meer. En de grond, waar nu demontagebedrijf De Nollen zit, valt tegenwoordig onder de gemeente Dijk en Waard. Daarmee is hij officieel geen geboren Alkmaarder meer, verklaart Bertus. “Ik woon hier al sinds de jaren negentig, alleen heb ik geen familie op het kamp wonen.”
Pia (65) werd geboren in Haarlem en haar man Kees (71) in Hoorn, maar net als Bertus wonen ze bijna heel hun leven in Alkmaar. Ze begrijpen niet waarom de gemeente niet meer rekening houdt met individuele gevallen. “Pia en Kees zijn al op leeftijd, waar moeten deze mensen nu heen”, vraagt Bertus zich hardop af. “Er werd ons zes jaar geleden een standplaats beloofd in Hoorn, maar toen zijn we genaaid en dat worden we nu weer”, vertelt Ria. Die lezing wordt inderdaad bevestigd door een ambtenaar, waar ze een geluidsopname van hebben, die waarschijnlijk heimelijk werd opgenomen.
Pia roert in haar koffie, terwijl haar andere hondje bij haar op schoot springt. “We hebben jarenlang noodgedwongen in een flat gewoond, daar waren we doodongelukkig”, verklaart ze. “Sinds we hier wonen, ervaren we veel meer rust. Het gaat qua gezondheid ook beter met ons. Dit is onze cultuur, zo willen wij leven. Daar blijven we voor strijden en gaan hier pas weg als we een standplaats krijgen. Anders moeten ze hier maar een kamp bouwen.”
Reizigers hebben het recht om in een woonwagen te leven, omdat de woonwagencultuur wordt beschermd door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM). Een gemeente moet dat mogelijk maken. In Nederland gold tot 2018 een ‘uitsterfbeleid’ voor woonwagens. Sinds de jaren negentig zijn er zo’n 3.000 plaatsen verdwenen. Dat een grote groep Alkmaarse reizigers nu opnieuw aan de kant wordt geschoven, gaat er bij het drietal niet in. “Er wordt steeds gezegd dat er geen plek is, maar er zijn nu zes locaties in beeld. Bouw daar nog wat plaatsen bij voor de echt schrijnende gevallen”, besluit Bertus.