Heel precies bomen planten op het Munnikenbolwerk: “Het moet in één keer goed”

Op heel veel plekken in de stad zijn ze nog zichtbaar, de gaten die zomerstorm Poly sloeg. Hele bomen werden er ontworteld, anderen raakten zo zwaar beschadigd dat de trieste overblijfselen door Stadswerk072 moesten worden weggehaald. Maar voor wat verdwenen is komt deze winter weer iets terug: Stadswerk072 plant ‘nieuwe’ bomen aan. Of nou ja, nieuw… “Deze is 48 jaar oud.”

Een oude boom verplant je niet, zegt het spreekwoord, maar voor de deskundigen van Stadswerk072 blijkt dat toch anders te liggen. Het gaat er vooral om dat het zorgvuldig gebeurt. “Deze boom is heel wat keren verplant in z’n leven”, legt Paul Weidema van Stadswerk072 uit. “Zo hebben ze er op de kwekerij voor gezorgd dat de wortels goed zijn.” Die wortels zweven meters boven ons door de lucht als Weidema en zijn collega’s op het gat toelopen dat voor deze nieuwe boom gegraven is. Een rode beuk van 48 jaar oud dus. Gewicht: zo’n zes ton. “We hebben ook een eik van acht ton. Die planten we in januari.” (tekst gaat door onder de foto)

De rode beuk naast z’n gat. (foto: Streekstad Centraal)

Het is een behoorlijke operatie. De bomen zijn niet alleen zwaar, ze zijn ook kostbaar. Toch moet dit écht gebeuren. “Voor het stadsgezicht is het zo belangrijk dat hier een grote boom terugkomt. Al is dit nog een kleintje als je denkt aan wat er stond.” Poly velde bovenop het Munnikenbolwerk een rode beuk van anderhalve eeuw oud. De leeftijden van de bomen op het bolwerk zijn duizelingwekkend, Tjeerd van Stadswerk072 somt ze moeiteloos op. “Na 200 jaar, 250 jaar, is het voor een beuk wel zo’n beetje klaar. Dan vallen de bladeren eraf en komt het zonlicht op de stam. Zo sterft de boom.” De beuk van 48 jaar oud die door de lucht zweeft is dus nog maar een ‘kleuter’, bevestigt Weidema.

“Hij gaat nu zakken.” De kraan is natuurlijk helemaal veilig, maar het is toch geen prettig idee, een beuk van zes ton boven de hoofden van de aanwezige medewerkers. Een kleinere machine brengt de ‘kleuter’ in positie voor het uiteindelijke planten. “Een mooi grondje hoor”, klinkt het goedkeurend. In de donkere aarde zijn nog wat wortelresten te herkennen van de oude beuk die hier deze zomer knakte.  (tekst gaat door onder de foto)

De kleine iep wordt nog even neergelegd voordat de boom de grond in gaat. (foto: Streekstad Centraal)

Achter de grote kraan komt een tweede vrachtwagen tevoorschijn. “Daar liggen nog twee bomen op”, weet Weidema. “Iepen. Eén komt hier naast de rode beuk te staan, de ander een stukje verderop.” Er is een kleine en een grote iep, zien we. “Die grote, die zal ook tegen de zes ton aan hikken.” Wel zijn de bomen nog wat jeugdiger, een jaar of twintig. Na een lange jeugd op kwekerijen in het zuiden van het land krijgen ze nu elk hun vaste plek in Alkmaar.

De beuk gaat in zijn kuil. Voorzichtig, zorgvuldig, ‘met beleid’. De wortels van de rode beuk zitten strak in een grote juten zak. Die zak zal in het mooie grondje uiteindelijk vergaan, vertelt Tjeerd. Dan kan de boom onbeperkt wortelen in de rijke bodem van het bolwerk. Het kan nog wel vele jaren duren voor deze beuk de hoogte van de eik naast haar evenaart.

“Maar eerst komen er boomjukken”, wijst Weidema. Een jong boompje kan misschien toe met twee paaltjes ter versteviging, voor een boom van zes ton is dat niet genoeg. Er komt dus een cirkel van palen. Zo staat de beuk stevig. Want er zou zomaar nog een storm kunnen opsteken, beseft iedereen hier. Poly is nog lang niet vergeten, maar de natuur is veerkrachtig. Met een beetje hulp van Stadswerk072.