Op 4 mei schieten de beelden van vroeger door het hoofd van oud-onderofficier Johann de Jong. Hij denkt aan iedereen die is weggevallen, toen, maar ook nu. “Ik sta stil bij mijn eigen verleden en alle shit die daar aan vooraf is gegaan.” En dat doet hij samen met zijn collega- veteranen, tegen wie hij “niet veel hoeft te zeggen, om elkaar toch te begrijpen.”
Ongekend belangrijk, die verbondenheid tussen veteranen, aldus Rob Kuiper, voorzitter van Stichting Veteranen Alkmaar. Zelf was Kuiper actief bij de luchtmobiele brigade. “Oud-collega’s vinden steun en begrip bij elkaar. Ze spreken dezelfde taal en hebben vaak dezelfde soort ervaringen gehad.” (tekst loopt door onder de foto)
Stichting Veteranen Alkmaar begon ooit als een werkgroepje om de gemeente te adviseren. Kuiper: “Van daaruit zijn we gegroeid, kwam de formele status en konden we niet meer genegeerd worden”, zegt hij tegen Streekstad Centraal. Dat wierp zijn vruchten af: de stichting is vaker zichtbaar. Zo ook vrijdag 3 mei, toen de veteranen de kaasmarkt openden door de kaasbel te luiden. Tijdens de herdenking op 4 mei zijn ze prominent aanwezig en ook op het Bevrijdingsfestival in Alkmaar staat een veteranen-stand.
Die zichtbaarheid is hard nodig, volgens Kuiper. Want het beeld dat sommige mensen hebben van veteranen klopt niet: “Men dacht: dat is een oude man met een wandelstok die heeft gevochten in de Tweede Wereldoorlog of Indië. Maar dat is, op een enkeling na, al dertig jaar niet meer zo.” De jongste veteranen zijn 25 jaar, vertelt Kuiper, en misschien wel jonger. (tekst loopt door onder de foto)
Zelf is Kuiper, net als zijn oud-collega Johann de Jong, van de generatie die vredesmissies deed. “Vanaf Libanon zijn we niet meer op missie gegaan voor oorlog, maar alleen om rust, hulp en stabiliteit te brengen.” Dat weet niet iedereen. Dat is dan ook één van de functies van de stichting: zorgen voor begrip in de maatschappij. “We vertellen onze verhalen: hoe is het om te helpen daar? Mensen zitten hier in een veilige bubbel, ver van hun bed, maar wij zijn daar geweest.”
Dat hun inspanningen voor anderen soms een ver-van-je-bedshow is, weet gepensioneerde marinier Johann de Jong ook. Terwijl de dreiging in de huidige staat van de wereld – kijk naar Oekraïne of Israël en Palestina – nu heel voelbaar is. “Ik prijs mezelf gelukkig dat ik mijn periode heb gehad”, zegt de vredessoldaat. “Stiekem ben ik toch bang dat mijn collega’s, militairen, met gevechtsomstandigheden geconfronteerd worden. De impact die daarvan kunnen ondervinden, is vele malen groter dan de impact die ik ondervond. Dat wens je niemand toe.” (tekst loopt door onder de foto)
Des te belangrijker is zo’n herdenking. Juist omdat niet alleen het verleden passeert, maar ook het belang van vrede. Dat herdenken doet De Jong overigens niet alleen op 4 mei. “Het is altijd in mijn achterhoofd aanwezig, noem het beroepsdeformatie. Maar als je het nieuws volgt wordt je er ook continu mee geconfronteerd.”
Ja, stilstaan bij al dat leed is van belang, “maar je moet daarna ook direct ruimte maken om te kunnen genieten van je vrijheid.” Dus dat doet De Jong ook, en dat begint al op 4 mei. “Bij wijze van spreken al om vijf over acht op het Kerkplein, met een biertje in de hand.”