De vragen zijn gesteld en beantwoord. Maar daarmee is de kous niet af bij VVD-fractievoorzitter John van der Rhee. Het zit hem namelijk hoog. Heel hoog. “Ik was bij de viering van het Joods Nieuwjaar in de synagoge. De angst is gewoon tastbaar. Zonder opgave van naam geen toegang. Beveiliging. Angstige blikken bij ongebruikelijke geluiden.”
Het zit Van der Rhee behoorlijk dwars dat er maandagavond tóch een pro Palestina sit-in gehouden mag worden bij het station in Alkmaar. Daarin is hij niet alleen, maar hij is wel één van de weinigen die zich er zo fel tegen uitspreekt. “Natuurlijk is die datum niet toevallig gekozen.” Op 7 oktober vorig jaar viel Hamas onder meer een festival net over de grens in Israël aan, waarbij 1200 mensen werden gemarteld, verkracht en vermoord, en honderden werden ontvoerd.
Ondanks de specifieke datum en de combinatie met Alkmaar Ontzet ziet burgemeester Anja Schouten geen mogelijkheid of reden het protest te verplaatsen of te verbieden. Daar had Van der Rhee om gevraagd. Ook de locatie is ‘ingewikkeld’. Op 5 maart 1942 werden 173 Alkmaarse Joden door de nazi’s gedwongen om op station Alkmaar zélf hun treinkaartje te kopen en op de trein te stappen naar vernietigingskampen in het oosten.
“Ik blijf de burgemeester hierover bevragen. Want ze duikt. Net zoals de NS duikt. Ze laten de Joodse gemeenschap simpelweg in de anti-semitische kou staan. Ik moest weer denken aan de open brief van Mike Bing verleden jaar november. Hij had gelijk, en dat is angstaanjagender dan ik aan toe durf te geven.” Opvallend genoeg blijft het vanuit de Joodse gemeenschap in Alkmaar muisstil. “Ze zijn echt bang”, verklaart Van der Rhee.
Hij kreeg afgelopen weekend een onverwacht telefoontje. Van oud-minister van Buitenlandse Zaken Uri Rosenthal. “Hij belde mij en ik weet oprecht niet hoe hij aan mijn nummer kwam, was echt stomverbaasd. Hij had gehoord over de gezamenlijke actie van de fracties en wees mij op de een uitspraak van de Hoge Raad. Daarop ben ik opnieuw in de pen geklommen.
Dus ligt er nu een vervolgvraag op het stadhuis. Met daarin een deel van de uitspraak van de Hoge Raad die hij door Rosenthal kreeg ‘ingefluisterd’.