De gemeente Alkmaar heeft er – samen met andere gemeenten – lang op aangedrongen: handhaving op de maximumsnelheid van 30 km/u. Desondanks vindt de politie dit nog steeds een ‘sluitstuk’ en moeten gemeenten eerst zelf aan de slag met de weginrichting. Iets dat in de toekomst steeds vaker nodig zal zijn. “Het college blijft in gesprek met de politie.” Zo is te lezen in de beantwoording van raadsvragen.
Niet iedere automobilist wordt er gelukkig van: het bord met ‘Zone 30’, zoals dat bijvoorbeeld op de Kennemerstraatweg staat, ter hoogte van de Molen van Piet. Maar het bord is op zichzelf duidelijk genoeg, reageert het college op raadsvragen van BAS: “Het bord ter hoogte van de Kennemerstraatweg voldoet aan de verkeerswetgeving.”
Maar daar dan ook op handhaven, dát blijkt een lastige kwestie. Niet zelden rijden automobilisten toch gewoon met 50 kilometer per uur over straten waar ‘zone 30’ op de borden staat. En daar kijkt de politie ook naar. (tekst gaat door onder de foto)
Alleen een bord is eigenlijk niet voldoende, is de achterliggende gedachte. Als meer dan 20 procent van de automobilisten 50 rijdt in een 30 zone, is het lastig om al die mensen op de bon te slingeren, dan is er ‘geen geloofwaardige limiet’, schreef het OM daar in 2019 over.
Streekstad Centraal stuitte al eerder op deze problematiek. Toen navraag werd gedaan naar gebrekkige handhaving op het Wolfpad, stelde de politie dat handhaving daar eigenlijk geen reële optie was. “De straat is bij de bouw verkeerd ingericht”, reageerde de politie toen. “Automobilisten kunnen eenmaal in de straat niet zien dat ze maar 30 km/u mogen rijden. En dan kunnen wij niet bekeuren.”
Ook het college van Alkmaar benadrukt in de beantwoording van de raadsvragen dat het op straatinrichting neerkomt. “Bij een juiste weginrichting zal de snelheid over het algemeen lager zijn dan 30 km/h en is handhaving vaak ook niet nodig”, schrijft het college. “Politie hanteert dan ook het uitgangspunt dat de wegbeheerder verantwoordelijk is voor een weginrichting die voldoet aan de landelijke richtlijnen en dat handhaving hierin een sluitstuk is.” (tekst gaat door onder de foto)
Toch kan het wél. Amsterdam voerde recent een uitgestrekte 30-zone in, grote delen van die stad zijn nu dus bedoeld voor traag verkeer en niet anders. Maar tegelijk ál die Amsterdamse straten anders inrichten, dat was geen doen. Daarom is aangedrongen op handhaving, die er inmiddels ook is.
Amsterdam legt natuurlijk veel gewicht in de schaal, maar ook Alkmaar ijverde al langer voor handhaving. “Na lang aandringen vanuit Alkmaar en andere gemeenten mag de politie van het OM inmiddels handhaven op wegen waar een maximum snelheid van 30 kilometer per uur geldt”, zegt het college daar nu over. “Wij willen deze mogelijkheid samen met de politie verder uitbouwen, zodat juist in de woonomgeving een verkeersveilige omgeving kan worden nageleefd.”
Voorstanders van 30km-zones wijzen erop dat er in zulke zones veel minder verkeersslachtoffers vallen. Onderzoeken laten zien dat het percentage ongevallen tot wel 46% afneemt en dat die ongevallen ook minder ernstig zijn, met minder verkeersdoden. Dit komt onder meer door de kortere remweg van auto’s. (tekst gaat door onder de foto)
Die voordelen zijn voor de wetgever een reden om zelfs steeds méér 30km-zones af te dwingen. In Nederland is het streven om alle wegen in de bebouwde kom waarop fietsers en auto’s niet gescheiden zijn, uiteindelijk om te vormen naar 30km-wegen. Voor Alkmaar zou dat betekenen dat veel van de hoofdwegen in woonwijken op termijn ook zone 30 worden.
Het college van Alkmaar staat zich erop voor óók oog te hebben voor de belangen van de automobilist. Toch zijn er ook hier plannen voor meer ‘trage’ zones. Zo zal op de drukke binnenring, met de Geestersingel en de Kennemersingel, in de toekomst het bekende bordje ’30’ staan.
Maar daar moet dan dus wel wat voor gebeuren. Meer paaltjes, smallere rijbanen, drempels misschien… “Ons college werkt aan het veilig inrichten van 30km-straten, zodat een verkeersveilige omgeving niet alleen afhankelijk is van handhaving”, licht het college toe. Want zo ingewikkeld is Nederland dus georganiseerd: als handhaving eindelijk mogelijk is, dan is die handhaving in de meeste gevallen domweg overbodig.