Een jaar geleden was al duidelijk dat er eigenlijk geen plan ‘Zuiderhaven’ bestond voor Overdie. Maar het was pas deze week dat de oppositie wakker schrok en besloot dat dat zomaar eens de schuld van het college kon zijn. Dus stond wethouder Jasper Nieuwenhuizen donderdagavond de criticasters te woord tijdens een Interpellatiedebat. En de boodschap was duidelijk.
Ontwikkelaar Realis zou vóór 2024 met een uitgewerkt plan komen, maar dat deed het niet. En op het stukje grond dat het bedrijf inmiddels in eigendom heeft – op de hoek van de Bestevaerstraat en het Zeglis – wil het nu liever bedrijfspanden bouwen. Hoe kan dat nou, wilden oppositiepartijen weten.
“De gemeente straalt passiviteit uit, waar de projectontwikkelaar duwt en trekt om tot zaken te komen”, meende GroenLinks-raadslid Tineke Bouchier. Volgens haar pakte Realis het stedenbouwkundig plan uiteindelijk zelf maar op. “Echter, dat plan werd door de gemeente afgeschoten.” Bouchier vroeg zich af waarom de gemeente niet met Realis om de tafel was gaan zitten. Ook stelde ze dat de gemeente ‘de spelregels’ telkens veranderde door met nieuwe eisen te komen. Waaronder de aanpassing van de fietsbrug naar een brug ook voor autoverkeer. “Is onze gemeente in staat om grote gemeentelijke ontwikkelingen aan te pakken?” (tekst gaat verder onder de afbeelding)
Andere oppositiepartijen kwamen met een vergelijkbaar geluid. De coalitiepartijen sprongen meteen voor de wethouder in de bres, en verwezen naar het feitenrelaas waaruit zou blijken dat de gemeente telkens in contact is gebleven en de nodige inspanningen leverde. Dat het juist Realis was die onredelijk handelde, tot het schriftelijke verzoek tot vervanging van ambtenaren aan toe. “De kwaliteit van het team staat hier niet ter discussie, ik ben niet bereid om abtenaren voor de bus te gooien”, was daarop het antwoord van Van Nieuwenhuizen.
Nieuwenhuizen wees er allereerst op dat ontwikkelingsplannen voor een heel gebied doorgaans geen tijdspad hebben, laat staan voor Overdie dat zeer afhankelijk is van wanneer de bedrijven kunnen en willen verhuizen. “Overdie is nog stééds een gebied waar een transformatie kan plaatsvinden naar een gemengd woon-werkmilieu”, benadrukte de wethouder. “Dat is van meet af aan het uitgangspunt geweest.” Volgens Nieuwenhuizen wilde Realis eigenlijk alleen woningbouw voor het gebied en werd daar regelmatig over gesteggeld. (tekst gaat verder onder de afbeelding)
Maar waarom krijgt de ontwikkelaar dan nu een omgevingsvergunning voor tachtig bedrijfsunits, vroeg GL-raadslid Bouchier zich af. Nou heel simpel, stelde Nieuwenhuizen, de grond is van de ontwikkelaar zelf en het huidige bestemmingsplan staat bedrijfsunits toe. “Sterker nog, het college mág dat niet eens weigeren.”
Volgens Nieuwenhuizen kan de gemeente goed overweg met alle ontwikkelaars waarmee al gevorderde plannen zijn gemaakt, behálve Realis. “Ik kan alleen maar gissen naar wat er daar zich heeft afgespeeld.” Zo was de mogelijke autobrug geen verrassing en bleef de woon-werkverhouding onveranderd. Hij stelde dat ook na deadline van 31 december meermalen is onderhandeld, maar dat de ontwikkelaar nog altijd te weinig bedrijfsoppervlak wilde in het totale plaatje, en vasthield aan de tachtig bedrijfsunits specifiek op het eigen perceel aan het water.
“Ik denk dat als u het feitenrelaas leest over de inspanningen van het college met deze projectontwikkelaar – en ik relateer ook even naar het belangrijke project Staalmeesters en u zou daar het feitenrelaas van opvragen – dan u ziet dat de inspanningen gigántisch zijn op dit dossier”, zei Nieuwenhuizen tegen de raad. “En als anderen misschien een wat minder aangenaam tegen ons doen, dan blijven wij nog steeds een hele professionele, uitnodigende houding aannemen en bent u nog steeds welkom, dan schenken wij nog steeds de koffie in of de thee zoals u wilt, en dat geldt ook voor Realis.”
Vermeldenswaardig was het optreden van FVD-fractievoorzitter Jelle Wittebrood, die tussendoor zijn kans schoon zag om een sympathiek maar onhaalbaar plan te presenteren in de vorm van een eeuwenoude stadswijk.