Koken op inductie, de elektrische auto opladen, de warmtepomp: er is voor allerlei zaken elektriciteit nodig en de vraag naar stroom neemt alleen maar toe. Tel daar nog eens op dat er in de regio duizenden nieuwe woningen bij moeten komen en het is wel duidelijk: het net raakt in de knel. Daarom komen er honderden ‘trafohuisjes’ bij in de komende jaren.
Trafohuisjes, dat zijn transformatorhuisjes. Bescheiden gebouwtjes waar toch iets bijzonders binnenin gebeurt, want hier wordt de hoogspanning van het landelijke elektriciteitsnet omgezet. Dankzij trafohuisjes is de stroom die thuis uit de muur komt 230 volt – en geen 50.000, want dat zou toch wat te veel van het goede zijn.
Maar in plaats van ‘te veel’, is er nu dus eigenlijk sprake van ‘te weinig’: er is zo veel stroom nodig, dat er flink wat trafohuisjes bij moeten. Honderden zijn dat er, alleen in Alkmaar al zo’n 400, laat die gemeente weten aan Streekstad Centraal. (tekst gaat door onder de foto)
“De totale uitbreiding neemt enkele jaren in beslag”, blikt de gemeente Alkmaar vooruit. “Wij doen als gemeente ons uiterste best om die zo soepel en vlot mogelijk te laten verlopen.” Dat betekent dat er veel wordt overlegd met de netbeheerder, in de zoektocht naar de beste plekjes voor nieuwe huisjes – en dan liefst zónder dat omwonenden er last van gaan krijgen.
Ook in Dijk en Waard is het project een voorbeeld van samenwerking van de gemeente en de netbeheerder. “Voor exacte aantallen en locaties verwijzen we door naar Liander”, reageert de persvoorlichter daar als we naar de trafohuisjes vragen.
Bergen, Heiloo, Castricum en Uitgeest hebben de informatie die beschikbaar is op hun gemeentelijke websites gezet. Daar kunnen inwoners van de respectievelijke gemeenten dus precies zien waar er trafohuisjes bij moeten komen. Want ook in deze gemeenten, hoewel kleinschaliger, neemt de druk op het elektriciteitsnet toe. (tekst gaat door onder de foto)
De huisjes worden in principe op gemeentegrond geplaatst. Alle gemeenten bezitten daar op papier voldoende grond voor. Maar een moeilijkheid is dat die grond vaak wél voor iets gebruikt wordt. Er staat bijvoorbeeld een bankje op, of een glijbaan. Misschien is er wel een hondenuitlaatplek.
“Het zou kunnen dat een voorziening als een bankje of speeltoestel plaats moet maken voor een trafohuisje”, erkent de woordvoerder van Dijk en Waard. “Maar dat proberen we uiteraard te voorkomen.”
Dat is ook het ‘uitgangspunt’ in Alkmaar, laat die gemeente weten. “De technische eisen bepalen grotendeels de zoeklocatie”, legt de woordvoerder uit. “Het ruimtelijk afwegingskader helpt bij het bepalen van de locatie van de transformatorstations, met als doel zo min mogelijk hinder te veroorzaken en de ruimtelijke kwaliteit te waarborgen.”
Overleg met buren kan helpen om dit allemaal in goede banen te leiden, zien de overheden. Dijk en Waard komt al met een ‘buurtaanpak’, waarbij weer wordt samengewerkt met Liander. De gemeente Alkmaar wil begin volgend jaar met een nadere uitwerking komen van het plan van aanpak.