Minder reizigers in de bussen van Connexxion, dus ook flink minder inkomsten uit buskaartjes Het had weinig gescheeld of er waren in Noord-Holland Noord weer enkele buslijnen opgeheven. De frequentie van buslijnen stond ook op het spel, en vaak loopt meteen ook de dienstregeling in de avonduren gevaar als er bezuinigd moet worden. Dat is gelukkig voorlopig allemaal niet nodig.
Dankzij een extra bijdrage van de provincie kunnen er vanaf september meer bussen rijden in Noord-Holland. Zelfs keert een eerder geschrapte lijn terug. De provincie investeert ruim vier miljoen euro extra per jaar om het busvervoer in Noord-Holland Noord, Gooi en Vechtstreek en Haarlem-IJmond in stand te houden en uit te breiden. Met het geld wil de provincie voorkomen dat buslijnen verdwijnen of dat er minder bussen gaan rijden.
Een jaarlijkse bijdrage van € 2,4 miljoen wordt ingezet om een lagere vergoeding van het rijk voor de ov-studentenkaart op te vangen. Daarnaast krijgt de moedermaatschappij van Connexxion € 1,8 miljoen om de teruglopende reizigersinkomsten te compenseren en het bestaande aanbod van busvervoer te behouden. (tekst gaat verder onder de foto)

Het busvervoer in Noord-Holland kampt bovendien met een nijpend tekort aan buschauffeurs. Nu er langzaam weer wat meer nieuwe buschauffeurs komen, ontstaat dankzij de extra investering ook wat ruimte voor nieuwe buslijnen of om sommige routes vaker te rijden. Zo gaat de snelle Qliner tussen tussen Alkmaar en Leeuwarden (lijn 350) vanaf september twee keer per uur rijden in plaats van één keer.
Gedeputeerde Jeroen Olthof vindt dat iedere Noord-Hollander toegang moet houden tot goed en betrouwbaar ov: “Of je nu in de stad woont of in een kleiner dorp. Met deze investeringen zorgen we daarvoor, ondanks de landelijke bezuinigingen.”
Een woordvoerder van Connexxion zegt blij te zijn met het extra geld van de provincie. Ze kan niet zeggen welke busdiensten op de nominatie stonden om te verdwijnen, als de provincie niet met extra geld over de brug was gekomen: “Zover was het nog niet. Dankzij deze extra bijdrage hoeven we die plannen het komende jaar ook nog niet uit te werken.”