Twee verdachten veroordeeld voor plaatsen vuurwerkbom in Alkmaarse Lekstraat

Twee mannen zijn door de rechtbank Noord-Holland veroordeeld voor hun rol bij het plaatsen van zwaar vuurwerk in de Alkmaarse Lekstraat in februari 2024. De vuurwerkbom die zij plaatsten, ontplofte niet. Daarom werden zij niet veroordeeld voor het veroorzaken van een ontploffing, maar wel voor het voorbereiden ervan.

Eén verdachte kreeg 200 dagen jeugddetentie, waarvan 97 dagen voorwaardelijk, de ander 100 dagen celstraf, waarvan 50 dagen voorwaardelijk, plus een taakstraf van 100 uur. Tijdens hun proeftijd mogen zij geen contact met elkaar hebben en geldt een gebiedsverbod voor heel Alkmaar.

De rechtbank sprak de opdrachtgever van deze twee verdachten vrij. Omdat de verdachten niet werden veroordeeld voor poging tot brandstichting of ontploffing, kon de opdrachtgever niet worden aangeklaagd voor het geven van de opdracht.

Deze zaak maakt deel uit van een reeks explosies en pogingen tot ontploffingen die Alkmaar begin 2024 teisterden en veel onrust veroorzaakten. Drie dagen vóór het incident in de Lekstraat plaatsten onbekenden al een explosief bij een andere woning in dezelfde straat.

Op 1 februari ontplofte een vuurwerkbom bij een woning aan de Baansingel, waarbij schade ontstond aan de voordeur. De rechtbank vindt een vierde verdachte schuldig aan betrokkenheid bij deze explosie en de poging daartoe. Zijn straf wordt later dit jaar bepaald, na een aanvullend advies van de reclassering. (tekst gaat verder onder de foto)

De rechtbank veroordeelde twee verdachten die betrokken waren bij het plaatsen van vuurwerkbommen tot celstraffen en een taakstraf. (foto: Streekstad Centraal)

Deze ontploffingen gebeurden in een periode van spanningen tussen verschillende criminele groepen die elkaar probeerden te intimideren en te beschadigen met explosieven. De politie en gemeente namen extra maatregelen, zoals bewonersbijeenkomsten, cameratoezicht en camerabewaking in veiligheidsrisicogebieden, om de veiligheid te verbeteren en bewoners gerust te stellen.

De rechtbank baseerde haar oordeel op stevig bewijs, waaronder camerabeelden, getuigenverklaringen en communicatie tussen de verdachten. Zo werd duidelijk dat de verdachten nauw samenwerkten, afspraken maakten over adressen, timing en het filmen van de explosies als bewijs van uitvoering. Ondanks dat de bommen vaak niet ontploften, zien rechters en het Openbaar Ministerie dit als ernstige strafbare feiten met grote impact op de gemeenschap.

Het onderzoek naar andere betrokkenen en incidenten met vuurwerkbommen in Alkmaar is nog niet afgerond.